Feuilletons in het Algemeen Handelsblad 1919-1924
(1919-1924)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekendNr 261 Wat gebeurt er?Ga naar margenoot+Wat gebeurt er met ons? De groote politiek: Washington, Egypte, Ierland. Toch ook belangstelling voor het Oosten: Anatolië, Mesopotamië, Palestina. Wanneer vrede? Het Mandaat. Het verzet van Briand tegen geheel of gedeeltelijk onafhankelijke Arabische staten heeft de Fransche sympathieën hier kwaad gedaan. Tul Karem heeft bij Lloyd George geprotesteerd. Misschien worden de Fransche stokerijen hier nu minder. Typisch: de publieke politiek is tegen ons. Sir Herberts rede op den derden Juni. Churchill's groote rede daarna. De debatten in het Parlement. Maar wij hooren telkens van geheime beloften, die alles weer moeten goedmaken. Bijvoorbeeld: Weizmann's conferentie met Lloyd George, A.J. Balfour en Winston Churchill. Wat er besproken is, weten wij niet. Maar we zijn verzocht optimistisch te zijn. En dat zijn we dan maar weer. Men zegt, dat er weder een nieuwe interpretatie van de Balfour-declaratie op komst is. Dr. Weizmann zal ook confereeren met de Palestinensische Arabische delegatie, die nu te Londen is aangekomen. De Engelsche Regeering zal daarbij helpen, opdat men tot goede resultaten kome. Er wordt veel verwacht van Generaal Smuts. Enfin, er wordt weder eene stemming gemaakt. | |
II.De ‘Jewish Chronicle’ is hier aangekomen met verslag van het laatste debat in het Parlement over Palestina. Met onwelwillende medewerking van den censor hebben de joodsche bladen dat gepubliceerd. Dat de conservatieven Sir J.D. Rees en Sir W. Joynson Hicks tegen een Joodsch Palestina hebben gesproken, heeft ons niet verbaasd. Maar ook Asquith was niet sympathiek en evenmin de arbeidersleider T. Shaw. Terwijl misschien na de volgende algemeene verkiezingen een liberaal-socialistische coalitie aan het bewind komt. De stemming van de Labour Party op het laatste congres te Brighton was meer pro-Zionistisch. De ‘Jewish Chronicle’ vestigt de aandacht op het feit, dat bij al deze debatten de Joodsche Parlementsleden stijf zwijgen. Er zijn, behalve het groote debat, nog verschillende vragen in het Parlement gesteld. Over het aantal ambtenaren: Christenen 1338; Moslems 719, Joden 514. Het aantal Christenen is dus heel groot, omdat zij Arabisch spreken of Engelschen zijn. Moslems weinig, wegens geringe ontwikkeling. Er is ook gevraagd naar het Hebreeuwsch als officieele taal. De meertaligheid kost natuurlijk duizenden aan salarissen voor tolken en translateurs en aan drukwerk. Veroorzaakt groot tijdverlies in vergaderingen en colleges. Maar het land is nu eenmaal drietalig en het Hebreeuwsch wordt genoeg geknoeid. Toch groeit het. De ‘Jewish Chronicle’ van 22 Juli heeft daarover belangrijke mededeelingen van den onvermoeiden Eliëser ben Jehoeda, die uw gast in Holland is geweest. Te Haïfa is weder eene kwestie over achteruitzetting van het Hebreeuwsch in het Gerechtshof. | |
III.Wij moeten het van ons zelven hebben. Wat doen wij zelven? De breuk in de Amerikaansche Organisatie lijkt volkomen. Die van Brandeis zullen niet naar het congres te Karlsbad gaan. Zij zullen spoedig een delegatie naar dit gelukkig land zenden en beginnen met den arbeid, als ‘Palestina Development Associates’. Louis Lipsky heeft namens de nieuwe leiding in Amerika een beroep gedaan op Brandeis, de Zionistische Organisatie niet tegen te werken. Wij hooren 't aan. Wat gebeurt er? Mrs Fels, de millioenen-rijke Amerikaansche, die te Londen was, is door Brandeis telegraphisch naar NewYork geroepen. En zij is gegaan. Lof zij Allah! Wij leven tusschen Praag en Karlsbad. Praag is weer praten geweest. Er is een memorandum ingekomen van de Nederlandsche Zionistische Organisatie en met belangstelling terzijde gelegd. Een telegram uit Jeruzalem meldde den aankoop van een groot stuk huizenland van den Griekschen Patriarch voor 350 duizend Pond. Ik twijfel of de koop al gesloten is. Maar het telegram is al mooi. Met den aankoop in het dal Jisroel is dat ongeveer 650 duizend Pond. Het systeem Oessisjkin zegeviert blijkbaar over De Lieme. Men koopt, wat men krijgen kan, in het vertrouwen, dat het Joodsche Volk wel betalen zal. En zoo niet? Erop of er onder. Het stuk land te Jeruzalem is prachtig gelegen buiten de Jaffapoort. Men kan er een geheele Joodsche stad bouwen. Of de koop verstandig is, kan men nu nog niet zeggen. | |
IV.Tusschen Praag en Karlsbad. Wat gebeurt er? Wij hooren, dat er ongeveer een millioen sikkels zijn verkocht. En wij vertrouwen, dat dit allemaal zuivere koffie sikkels zijn. Voor de landen met een lage valuta is de prijs zeer laag gesteld. Men zegt, dat er achthonderd afgevaardigden te Karlsbad zullen komen, waarvan vijfhonderd uit Polen. Hoe wil men met zoo een congres werken! Wij houden hier ons hart vast. De Amerikaansche Brandeis-oppositie zal niet gaan. Evenmin Max Nordau. Noch dr. Marmorek. Noch Nehemia de Lieme of Julius Simon. Maar dit zijn geruchten en telegrammen. En niets veranderlijker dan de Zionistische mensch. Dr. Eder, het eenige hier aanwezige lid van de Zionistische Commissie, gaat. Evenals dr. Van Vriesland, de penningmeester. Alles is verward en onzeker. Leon Castro, een van de leiders der Egyptische Zionisten, heeft te Parijs, centrum van oppositie, een groote rede gehouden tegen de leiders: onbekwaam, verkwistend. Vaarwel. | |
V.Hier in het land is het thans angstwekkend rustig. Hoe kan dat zoo ineens? Wat gebeurt er? Een maand geleden wilden de scheepsroeiers van Jaffa geen Joodsche immigranten landen Nu komen zij, bij eenige honderden, te Jaffa en te Haïfa en zij worden rustig geland. Het schijnt, dat de Regeering den toestand vertrouwt. Sir Herbert Samuel is met vacantie te Safed. Generaal Storrs, de gouverneur van Jeruzalem, gaat met vacantie naar Konstantinopel. Kolonel Bramley, directeur der publieke onveiligheid, naar Engeland, kolonel Bentwich, de Legal Secretary, naar Engeland voor regeeringszaken. De sjeikh van Aboe Kisk, die den aanval op Petach-Tikvah heeft geleid was door den krijgsraad veroordeeld tot vijftien jaar. Het vonnis is, wegens des mans deugd en jeugdige jaren, gebracht op tien jaar. Geen Arabier, die zich roert. Wij zien, dat de Regeering den Arabier uit Jaffa, die twee Joden had vermoord en krankzinnig werd verklaard, nu weder voor de rechtbank brengen wil. Men zegt, dat het wachten van de Arabieren is op berichten van de delegatie in Europa. Wel is er nog censuur. In het Engelsche Parlement is daarover geklaagd, vooral wegens het censureeren van Churchill's groote rede. | |
VI.De Arabische kwestie is op het oogenblik de meest-belangrijke, zoowel voor de Regeering als voor de Zionisten. Welk systeem, de sterke hand, of het milde, toegevende, beleid? In de jaarvergadering der Engelsche Zionisten zijn beide systemen verdedigd. De meeste Joden hier zeggen, dat een Arabier alleen iets gevoelt voor een ijzeren vuist. En dat toegevendheid noodlottig is. De Regeering is over 't algemeen toegevend. Een van de Naschischibi's, tot dusver redacteur van een Arabisch blad, is benoemd in een nieuwe pronkbetrekking: Palestinensische adjudant van Zijne Excellentie zelven. Een ander, uit Sechem, was gekozen als lid van de anti-Zionistische delegatie. Hij bedankte. Thans is hij benoemd in een mooie betrekking in het gouvernement van Jeruzalem. Wij zien elkander aan. Wat gebeurt er? Generaal Deedes en kolonel Bentwich hebben bij een bezoek aan Petach Tikvah aangedrongen op vergevensgezindheid. Daarentegen is de nieuwe gouverneur van Jaffa de sterke man. Hij heeft de Arabische eigenaren van de gronden bij de Jarkon bijeengeroepen en gezegd, dat zij hunne gronden moeten verkoopen aan de (Joodsche!) Electriciteitsmaatschappij. Zoo neen, onteigening. Wij zullen daar nog wel van hooren. Veel systeem zit er in dit alles niet. En de rust is misschien niet onverdacht. | |
VII.Wat gebeurt er bij ons hier? In de eerste plaats de verkiezingen voor het congres. Ze zijn wel leerrijk. Uit alle plaatsen leest men van geknoei en van gekwansel van het bekende clubje, om zich meester te maken van de mandaten. Maar de nieuwe elementen uit Oost-Europa laten zich niet zoo ringelooren en ook de jongere elementen van hier niet. Er komt voor het arme clubje een harde tijd. Ge kunt dit alles precies lezen in de dagbladen van de laatste weken. Het ergst is het toegegaan bij de Mizrachie. Als R. Fischmann weg is, dansen de muizen. Mijne vrienden van Mizrachie kunnen nu precies zien, hoe juist mijn inlichtingen waren en hoe onjuist hunne tegenspraken. Zij kunnen in de dagbladen zien, dat de Mizrachistische immigranten klagen over het wanbeheer en het egoïsme der leiders. Zij kunnen eene verklaring zien van de Mizrachistische arbeidersvereeniging, dat zij aan deze knoei-verkiezingen niet zullen mededoen. Een protest van een aantal bekende Mizrachisten tegen de verkiezingen. De oppositie heeft een vergadering gehouden, waarin het landelijk bestuur is afgezet, omdat het niets doet en zijn zittingstijd om is. Er is een comité benoemd, om de Mizrachie, die feitelijk niet bestaat, hier opnieuw te organiseeren. Er is geprotesteerd tegen de vele hooge salarissen van ambtenaren. Het maximum moet als regel zijn veertig Pond. Bij uitzondering vijftig. Zoo heel veel vertrouwen heb ik in de oppositie niet. Het is eenvoudig de andere helft van de eerzuchtigen en de hebzuchtigen, die nu wel eens aan de beurt wil komen. Zoo staat het in dit gelukkige land. | |
VIII.Van economische ontwikkeling bemerkt men weinig. Alleen worden er huizen gebouwd. Te Tel Aviv zijn zestig nieuwe in aanbouw en dertig worden vergroot. Er werken daar nu meer dan achthonderd Joodsche bouwers. Er is een comité opgericht voor het bouwen van scholen. Alles begint hier met een comité. En veel eindigt daarmede. In de koloniën komt men nu handen tekort bij de pluk van druiven en amandelen. Arabische werklieden heeft men dit jaar niet. Het werk, licht werk, wordt gedaan door de padvinders, de schooljongens en de nieuwe immigranten. Maar zelfs dat komt den kolonisten duurder dan de Arabische kinderarbeid. De oogst kan misschien deze loonen zelfs niet dragen. En dan moet er weder uit allerlei fondsen worden bijgepast. In schijn zijn de koloniën dan self-supporting. In wezen niet. De immigratie wordt hervat. Maar gematigd. Major Morris, de chef van het immigratie-departement is nog op reis: Konstantinopel, Triëst, Warschau. Hij is op verschillende plaatsen in botsing gekomen met de chaloetziem (= pionieren): Konstantinopel, Warschau, Triëst. Men beklaagt zich over zijn autocratisch optreden. En majoor Morris had hier den naam pro-Joodsch te zijn. Emigratie weinig, omdat Amerika gesloten is. Maar anders! | |
IX.Egypte is rustig en Zaghloel's invloed is gering. Dat is voor ons goed. Ook de verzwakking van de bolsjewiki in Rusland komt hier de rust ten goede. Evenals de tegenslagen der Kemalisten in Kemalië. Over het algemeen slaat het den nationalisten tusschen Caïro en Konstantinopel thans tegen. En dat kalmeert onze nationalisten van Dan tot Berseba. Syrië is uiterlijk vrij rustig. Maar de Drusen beginnen weder. De verjaardag van de nederlaag van Emir Feisoel tegen generaal Gouraud is op bevel van de Fransche regeering in geheel Syrië als feestdag gevierd. In Transjordanië als een rouwdag. De grens tusschen Syrië en Palestina is nu feitelijk afgebakend. Transjordanië. Asquith heeft in het Parlement gevraagd, hoe eigenlijk de politieke status van Transjordanië is. Wij hebben geen parlement. Maar wij vragen dat ook. Emir Abdoellah heeft ontslag gevraagd als bestuurder van Transjordanië. Maar hij schijnt het niet te nemen. De werkelijke bedoeling schijnt te zijn, grootere subsidies van Engeland te krijgen. Lof zij Allah! Hij heeft den Emir Abdoellah veel verstand geschonken. |