Corpus van Middelnederlandse teksten. Reeks II. Literaire handschriften. II-6. Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns moraalboek

(1987)–Maurits Gysseling, W. Pijnenburg– rechtenstatus



[pagina 23]
[21] Wie dad cristus sijn hant daer tussche leide / doense dabd woud cusschen. Ende wie sere / dat de ionfrouwen van ordenen scuwen souden der manne cussen. 5[regelnummer] JN midden dien tijt so quam geuaren dabt van sintruden met groter scaren van der concilien generael daer paus was ende besscop ende cardinaelGa naar voetnootnk) Ga naar margenoot+ te sinte ians te lateraen 10[regelnummer] ende also uollec ende also saen als de nonnen van sinte katrinen vernamen dat hi quam met sinen // Ga naar margenoot+ gesinde, ontfinghen sine algader Ga naar margenoot+ als haren gesteleken vader 15[regelnummer] met processien ende met eren ende met loue ende glorien ons heren. Doen ginc hi inde kerke ende sprac sijn ghebed, ende daer na trac Ga naar margenoot+ hi inde capittele ende riep tesamen 20[regelnummer] dcouent te male di alle dar quamen Ende also als doen was de sede onder eenvuldeghe liede so dede de abd har gesteleke uader Ga naar margenoot+ ende custe de nonnen allegader 25[regelnummer] Daern deed hi niet behuedlec inne maer doen hi woude de priorinne lutgarden cussen ende toet har quam ende sine wederstont, so nam Ga naar margenoot+ hi, har hande ende hiltse bede 30[regelnummer] AlsGa naar voetnootnl) hi den andren nonnen dede daer deed hi har gewoud, maer si leed alsi mochte, ende daer bi so leide god dies hem onderwant Ga naar margenoot+ te middewege daer tusschen so sijn hant 35[regelnummer] dat si van dien cussene nyet // Ga naar margenoot+ en geuuelde daer si yet en twint beruert mocht wesen aue dat was sekerlec gods gaue.... Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ Daer om so scaem hem di onreine 40[regelnummer] sede, di nv es so ghemeyne datte manneGa naar voetnootnm) cussen de wiuen ende weenen dat sonder sunde mach bliuen
[pagina 24]
ende willent bedecken als ocht sijt daden Ga naar margenoot+ van vriendeleheiden ende van genaden ende segghen dad geen sunde en es et es groet sunde sijt seker des 5[regelnummer] est oppenbaer eest heymeleken ets sunde metten monde geneken. Ga naar margenoot+ Gi ionfrouwen ic wil wel dat gi wet Een man mach cussen en ionfrou met sodeneger meiningen si doen daer bede 10[regelnummer] sonder twiuel hoeft sunde mede. maer si willen har dolinghe Ga naar margenoot+ bescudden met sinte pauels leringe want di apostel sinte paulus hi scrijft toten corinthen alsus 15[regelnummer] Gruet v sprect hi onderlinghe met heilegen cussene, dit sijn de dinge // Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ daer met dat sijs wenen ontgaen. Dat woerd salmen alsus verstaen. De manne selen cussen de man 20[regelnummer] de wiue de wijf, als wi uan sinte augustine hebben gheleert Ga naar margenoot+ die dit woert alsus exponeert anders gaue de apostel ons heren ocsuenGa naar voetnootnn) toncuescheiden woud hi dat leren 25[regelnummer] die ons elre oec geeft raet dat wi ons nyet van der daet Ga naar margenoot+ en selen pinen te huedenne allene maer oec seel wi ons hueden rene uan aller quader gedeenten moten 30[regelnummer] daer hen de liede aen mogen stoten. Ga naar margenoot+ Dunct v dat yetGa naar voetnootno) hebbende wel Ga naar margenoot+ quade gedeente ende quaet bispel daer met tastene der lichamen werdden besmet de herten te samen 35[regelnummer] Ende vergaue god vergaue dat daer nyet andersGa naar voetnootnp) en quame aue Ga naar margenoot+ so dat de lichamen bleuen rene ende di herten besmetd allene maer daer dies tastens vele werd // 40[regelnummer] Ga naar margenoot+ geuallet dicke datmen voert terd. Ga naar margenoot+ Sinte augustijn di grote lerere Ga naar margenoot+ hi uerbiedet alte sere
[pagina 25]
jn der canoenkeGa naar voetnootnq) regule dat nyman den andren langhe en sal sien an noch urouwen de manne noch man de urouwen ende datmen om sodenech staren ende scouwen 5[regelnummer] Ga naar margenoot+ daer men di ogen in een leet gaen ende lange leed met genuchten staen dat men dies plegen. werpenGa naar voetnootnr) sal slecht vter moenke geselscap dats recht want al es met lichamen een man 10[regelnummer] Ga naar margenoot+ verre van enen wiue, nochtan wilt hise aenstaren met quader begerten hi wert dar af besmetd uan herten ende es v oge oncusch, wetGa naar voetnootns) wale so es v lichame oncusch temale.. 15[regelnummer] Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ na dien dat men met siene so saen quade coringhen mach ontfaen wat mach den genen dan ghescien di dandre nyet allene en aensien maer vergedren oec metten monde 20[regelnummer] Ga naar margenoot+ ende geuen den andren stat ende stonde // Ga naar margenoot+ te helsene te cussene te tastene van neder toet bouen, ouer al hier ende weder ende werden so ontsteken van binnen dat si gode noch siele en kinnen 25[regelnummer] Ga naar margenoot+ ende begaen met tastene dan datd nyman nyet wel ontsculdegen en can en si veel arger dan de daet nochtan eest een ende dander quaet. Ga naar margenoot+ Jn een boec dat sunderlinghe 30[regelnummer] Ga naar margenoot+ dboec heed uan der naturen der dinghe jn dat boec so seght plinius dat een vesch es heed clausius die de hingenen uan achter ontwe bijtd di gespijst sijn in de ze. 35[regelnummer] Ga naar margenoot+ met desen uesche so sijn ons de gene betekent, di sunderlinge ende gemene de werke scuwen der oncuscheit als ocht sise hadden leyt ende weren quaet daer to te bringene 40[regelnummer] Ga naar margenoot+ want si scuwense als een hinghene maer de genuechte begerense als spise ende staen daer na in menegerande wise.
[pagina 26]
Dese scinen versmeden oncuscheit // Ga naar margenoot+ ende scinen minnende reynechheit Ga naar margenoot+ maer si uallen te menegher stonden met cussene met tastene in mere sonden. 5[regelnummer] van sustenegen lieden heft paulusGa naar voetnootnt) gescreuen datse ons here heft ghegeuen in enen verkerden sin temale Ga naar margenoot+ dat si doen datte, dat nien vuegt wale Ga naar margenoot+ Daer om soud ict wel toe bringhen 10[regelnummer] met redenne maer et soud verlinghen dat si gelijc sijn beesten ende diere endeGa naar voetnootnu) onreynre dan poityere Ga naar margenoot+ ende dat si in den heileghengeest blasfemeren, dats aldermeest. 15[regelnummer] Dees doen der reynechheit groet scande ende sijn seker haer viande maer si geberen als ocht si waren Ga naar margenoot+ haer vriende, si en sijn nyet twarenGa naar voetnootnv) Ga naar margenoot+ O edele bruet ons heren o maght 20[regelnummer] gi wie dad sijt dier reinecheit behagt ende di maghdomlec suverheit mint siet ane lutgarden dit reyne kint Ga naar margenoot+ ende laet v eysen van sustenegen stucken ende hued v van der manne tucken. // 25[regelnummer] Ga naar margenoot+ Wild v yman cleyne ocht groet cussen, ocht steken in uwen schoet sijn hande, ocht oec tasten v borste Ga naar margenoot+ ocht di v elder genaken dorste sputenne voert cussen in sijn anscijn 30[regelnummer] dat radicGa naar voetnootnw) v o dochter mijn. eest dat v yman tasten wilt daer schegen si v vuest en scilt Ga naar margenoot+ credseGa naar voetnootnx) ende slaetse van v ghereet en scames v nyet maer sijts gemeet 35[regelnummer] Daer jnne soen seldi nymanne sconeGa naar voetnootny) noch gesteleke noch wereleke personen want also als manne ende wijf Ga naar margenoot+ hebben orlof dat si haer lijf jn der noet mogen verweren 40[regelnummer] als men hen aen har lijf wilt deren also moeghdi wel wederstaen
[pagina 27]
di v onhoueschlec tasten aen Ga naar margenoot+ ende moeghse in haer anschijn slaen doedijt dats harde wel ghedaen daer met so maecti dingele vro 5[regelnummer] dat ghi vwen maghdom bescermt also. En wentGa naar voetnootnz) nyet dat di manne sijn knecht // Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ ons here gods maer sduvels slecht. En went nyet dat si sijn gesteleke maer vlescheleke ende besteleke. 10[regelnummer] En went nyet dat si sijn na volgeren der cuscheit ocht dat si dier begeren Ga naar margenoot+ maer si sijn onreyne vule leckarde ende poityire ende gholiarde...	voetnootnk) i verbeterd uit e (cardenael) margenoot+ 1085 margenoot+ 26 r^o margenoot+ 1090 margenoot+ 1095 margenoot+ 1100 margenoot+ 1105 voetnootnl) A verbeterd uit a margenoot+ 1110 margenoot+ 26 v^o margenoot+ 1115 margenoot+ π voetnootnm) mann met bovengeschreven e margenoot+ 1120 margenoot+ 1125 margenoot+ 1130 margenoot+ 27 r^o margenoot+ 1135 margenoot+ 1140 voetnootnn) ocsuen op rasuur margenoot+ 1145 margenoot+ π voetnootno) y verbeterd uit v margenoot+ 1150 voetnootnp) ander met bovengeschreven s margenoot+ 1155 margenoot+ 27 v^o margenoot+ π margenoot+ 1160 voetnootnq) a verbeterd uit e margenoot+ 1165 voetnootnr) erp op rasuur margenoot+ 1170 voetnootns) t verbeterd uit r margenoot+ 1175 margenoot+ π margenoot+ 1180 margenoot+ 28 r^o margenoot+ 1185 margenoot+ π margenoot+ 1190 margenoot+ 1195 margenoot+ 1200 margenoot+ 28 v^o margenoot+ 1205 voetnootnt) eerste u gewijzigd in v of omgekeerd margenoot+ 1210 margenoot+ π voetnootnu) e op rasuur margenoot+ 1215 margenoot+ 1220 voetnootnv) si en sijn nyet twaren op rasuur margenoot+ π margenoot+ 1225 margenoot+ 29 r^o margenoot+ 1230 voetnootnw) c verbeterd uit t margenoot+ 1235 voetnootnx) d verbeterd uit t voetnootny) lees sconen margenoot+ 1240 margenoot+ 1245 voetnootnz) n went op rasuur margenoot+ 29 v^o margenoot+ 1250 margenoot+ 1255

Vorige Volgende

[21] Wie dad cristus sijn hant daer tussche leide / doense dabd woud cusschen. Ende wie sere / dat de ionfrouwen van ordenen scuwen souden der manne cussen.