Verzamelde gedichten(1943)–Blanka Gyselen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] [Als leekend reeds de melk op mijn geronde borsten] ALS leekend reeds de melk op mijn geronde borsten geduldig beidt den gulzgen kinderbeet, verstilt dan elke drift, waarin ons' lippen dorstten, in deze diepe voor die uwe liefde sneed?... als dan ons kind, bij 't heftig spel van elk ontwaken, door mijne loomheid stoot zijn dwazen levensdrang, - al zoek ik uwe hand onder 't verlaten laken, - hoe vloeit mijn zoeter bloed in dees bekoelden zang... ... moet ik in eenzaamheid dit vol bezit verwerven, om niet aan dubble weelde, van maatloosheid te sterven?... of zal, wanneer, in moeder-goed gevoel geborgen, mijn laatste hartstocht klaart in 't staren naar het kind, slechts dàn, door 't huivrend wonder van den jongen morgen, uw stap weer ruischen op het juichend grint?... en bindt, met zachten band van plots-gevonden namen, één liefde dan uw hart aan vrouw én kind te samen?... Vorige Volgende