Vier vingers

[p. 85]

[Over de auteur]

Dr. R.H. van Gulik (‘Robert van Gulik’) diplomaat, oriëntalist en romanschrijver, werd geboren in 1910, te Zutphen; promoveerde in 1935 te Utrecht tot doctor in de oosterse talen en trad in hetzelfde jaar in dienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Bracht het grootste gedeelte van zijn diplomatieke carrière in oosterse landen door, laatstelijk als Hr. Ms. Ambassadeur in Malaya, waar hij tevens als honorair hoogleraar aan de Nationale Universiteit cultuurgeschiedenis van Oost-Azie doceerde. Sedert 1963 Directeur van de Afdeling Onderzoek, aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken te 's-Gravenhage. Huwde in 1943 te Tsjoengking met Shui Shih-fang, vier kinderen.

Dr. van Gulik is in China en Japan bekend als sinoloog en kunstkenner, ook als schilder en calligraaf in Chinese stijl; zijn werk werd opgenomen in tentoonstellingen te Peking, Tsjoengking en Tokio. Zijn Rechter Tie romans waren aanvankelijk uitsluitend bedoeld voor Aziatische lezers en werden eerst in de Chinese en Japanse taal gepubliceerd. De Engelse edities (Michael Joseph Ltd. en William Heinemann Ltd. in Londen, en Harpers in New York) verschijnen ook als pockets in Penguin Crime, Dell Books en Avon Books.

Romans en verhalen

(Nederlandse uitgave van de N.V. Uitgeverij W. van Hoeve te 's-Gravenhage)

Fantoom in Foe-lai (2de druk 1962)

Het Chinese Lakscherm (1962)

Meer van Mien-yuan (2de druk 1962)

[p. 86]

Het Spookklooster (1962)

Klokken van Kao-yang (2de druk 1960)

Het Rode Paviljoen (1961)

De Parel van de keizer (1963)

Labyrinth van Lan-fang (2de druk 1960)

Nagels in Ning-tsjo (1960)

De Nacht van de Tijger (1963)

Zes Zaken voor Rechter Tie (1961)

Een Gegeven Dag, Amsterdams Mysterie (1963)

‘Vier Vingers’ schreef Dr. van Gulik speciaal voor de Boekenweek 1964, en hij verzorgde tevens de illustraties en vignetten. In de ‘Rechter Tie chronologie’ volgt dit verhaal op de roman ‘Meer van Mien-yuan.’

Wetenschappelijke boeken

Urvaçi, oud-Indisch toneelstuk van Kalidasa uit het Sanskrit vertaald met inleiding en text-critische noten, N.V. Adi Poestaka, 's-Gravenhage 1932

Hayagriva, the Mantrayanic aspect of Horse-cult in China and Japan (dissertatie), E.J. Brill, Leiden 1935

Mi Fu on Inkstones, translation of the Yen-shih with an introduction and notes, Henry Vetch, Peking 1938

The Lore of the Chinese Lute, an Essay in Ch'in Ideology, Monumenta Nipponica Monographs, Sophia University, Tokio 1940

Hsi K'ang and his Poetical Essay on the Lute, Monumenta Nipponica Monographs, Sophia University, Tokio 1941

[p. 87]

Dee Goong An, an old Chinese detectivenovel, translated with an introduction and notes, Toppan Cy. Tokio 1949

Erotic Colour Prints of the Ming Period, 3 volumes, Tokio 1951

Siddham, an Essay on the history of Sanskrit studies in China and Japan, International Academy of Indian Culture, Nagpur 1956

T'ang-yin-pi-shih ‘Parallel Cases from under the Pear Tree’, a 13th century manual of Jurisprudence and Detection, translated with an introduction and notes, Sinica Leidensia Vol. X, E.J. Brill, Leiden 1956

Scrapbook for Chinese Collectors, the Shu-hua-shuo-ling translated with an introduction and notes, St. Joseph University, Beiroet 1958

Chinese Pictorial Art as viewed by the Connoisseur, Notes on the means and methods of traditional Chinese connoisseurship of pictorial art, Serie Orientale Roma vol XIX, Rome 1958

Sexual Life in Ancient China, a preliminary survey of Chinese sex and society from ca. 1500 B.C. till 1644 A.D., E.J. Brill, Leiden 1961