Beschrijvinghe van alle de Neder-landen
(1979)–Lodovico Guicciardini– Auteursrechtelijk beschermdLodovico Guicciardini, Beschrijvinghe van alle de Neder-landen (ed. Petrus Montanus). Fibula-Van Dishoeck, Haarlem 1979 (facsimilé van uitgave 1612)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar DBNL
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Beschrijvinghe van alle de Neder-landen van Lodovico Guicciardini in de facsimilé-uitgave uit 1979 van de eerste druk uit 1612. Het Italiaanse origineel stamt uit 1567, de Nederlandse uitgave is door C. Kiliaan vertaald en door Petrus Montanus bewerkt.
redactionele ingrepen
p. 12: een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier tussen vierkante haken aangegeven: ‘voorts b[...]ettende Cuyck, Grave, Ravesteyn ende Meghen’.
p. 20: een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier tussen vierkante haken aangegeven: ‘[...] Zee is’.
p. 44: een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier tussen vierkante haken aangegeven: ‘[...] der Gheestelijckheyt in Br.bant’.
p. *112-*113: broedes → broeders: ‘Die minnen broeders’.
p. *142-*143: conuen → conuent: ‘S. Catherinen conuent’.
p. *166-*167: Ene → Ende: ‘Die Stadt Ende huijsen’.
p. 230: onwinnelhck → onwinnellijck: ‘des Conincx (die quam om te ontsetten) haer onwinnellijck ghemaeckt hebben’.
p. 239: oock oock → oock op: ‘Hy hadde het oock op Schoonhoven ghemunt’.
p. 242: Jaertijdtboecben → Jaertijdtboecken: ‘want nae het inhoudt van de Hollandtsche Jaertijdtboecken’.
p. 256, in de noot: Bonifacins → Bonifacius: ‘Bonifacius vercondicht het Euangelium den Vriesen’.
p. 280: natuerelijc- lijcken' → natuerelijcken: ‘van haren lesten natuerelijcken Heere’.
p. 281, in de noot: Noordtbelandt → Noordtbevelandt:‘ Groote vloedt in Noordtbevelandt’.
p. 290: sotte → sone: ‘ende zynen sone Karel den jonghen’.
p. 328: anderdacehs → anderdaechs: ‘daer tegen s'anderdaechs by den Grave van Solms’.
p. 350, in de noot: Borgegherye → Borgherye: ‘De Borgherye van Camerijck twistich met de garnisoenen’.
p. 379: tetaelde → betaelde: ‘De welcke na zijns Vaders doodt de Coninck Lodewijck betaelde’.
p. 390: commentatarien → commentarien: ‘van de welcke Cesar vermaen maeckt in zyne Commentarien’.
p. 391: een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier tussen vierkante haken aangevuld: ‘Herstal ende Jupilia paleysen der (Pepijns [in)] het landt’.
p. 422: een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier tussen vierkante haken aangevuld: ‘[2]14.b’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (*7r, *8v, *1, *4, *5, *8, *9, *12, *13, *16, *17, *20, *21, *24, *25, *28, *29, *32, *33, *36, *38, *40, *41, *44, *45, *48, *49, *52, *53, *56, *57, *60, *61, *64, *65, *68, *69, *72, *73, *76, *77, *80, *81, *84, *85, *88, *89, *92, *93, *96, *98, *99, *102, *103, *106, *107, *110, *111, *114, *115, *118, *119, *122, *124, *125, *128, *129, *132, *133, *136, *137, *140, *141, *144, *145, *148, *149, *153, *157, *160, *161, *164, *165, *168, *169, *172, *173, *176, *178, *179, *182, *183, *186, *187, *190, *191, *194, *195, *198, *200, *201, *204, *205, *208, *209, *212, *213, *216, *217, *220, *221, *224, *225, *228, *229, *232, *233, *236, *237, *240, *241, *244, *245, *248, *249, *252, *253, *256, *257, *260, *261, *264, *265, *268, *269, *272, *273, *276, *277, *280, *281, *284, *285, *288, *289, *292, *294, *295, *298, *299, *302, *303, *306, *307, *310, *312, *314, *316, *317, *320, *321, *324, *325, *328, *329, *332, *334, *335, 338, 339, *342, *343, *346) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. *1r]
Van alle de Nederlanden;
anderssins ghenoemt Neder-Dvytslandt,
Door
M. Lowijs Guicciardijn,
Edelman van Florencen:
Oversien ende vermeerdert meer dan de helft by den selven Autheur:
Met alle de Landt-Caerten der voorseyde Landen, ende vele Contrefeytselen der steden natuerlijck ghetrocken.
Overgheset in de Nederduytsche spraecke, door Cornelium Kilianum.
Nu wederom met verscheyden Historien ende aenmerckinghen vermeerdert ende verciert, door
Petrvm Montanvm.
Met een seer wijtloopighe Tafel van de ghedenckweerdichste dinghen.
[vignet]
T'Amsterdam,
Ghedruckt by Willem Jansz. Woonende op het Water, in de vergulde Sonnewyser. Anno 1612.
[pagina 422]
T'AMSTERDAM,
Ghedruckt by Willem Jansz. woonende op het Water, in de vergulde Sonnewyser. Anno 1612.