me niet hoe, maar ik wist als klein jongetje dat ik getuige was van Grote Geschiedenis. Wat ik zag hoorde en beleefde waren niet zo maar gebeurtenissen uit een kinderleven, maar dingen waarover de mensen tientallen jaren later nog zouden praten. Het was aangrijpend wat er toen in en rond Hoensbroek gebeurde. En met die wetenschap heb ik er toen naar gekeken en heb ik het onthouden.’
De verhalen spelen zich af in Hoensbroek tussen 1940 en 1945. Er wordt in verteld hoe de oorlog in Hoensbroek werd beleefd en hoe deze werd beleefd door de jonge Lucas Lagerland (de schuilnaam van Pierre Heijboer). Hoe zijn grootvader zowel door de Duitsers als door de Orde Dienst gevangen werd gezet, hoe de nachten en de dagen vol overvliegende bommenwerpers waren; wat het geheim was van de ‘kist van Jack’, hoe spannend ‘onderduiken’ was, hoe het was om gevechten te leveren met de Hitler Jugend en dat je goede en slechte Duitsers had. Het verhaal ‘De boomgaard’ over het Amerikaanse oorlogskerkhof in Margraten, laat zien hoe anders de wereld toen was, vergeleken met zestig jaar later. Dat kerkhof is nu een indrukwekkende oase van rust en nederigheid. Niet groter kan het contrast zijn met het kerkhof waar Lucas Lagerland als jongetje naar stond te kijken in de winter van 1945. Het was toen een oord van gruwelijkheid waarvan Heijboer de beelden lang in zijn herinnering heeft weggestopt en waar hij nu pas over kan vertellen.
In zijn laatste boek: Ì Gebrook. De sjoeënste Breuker verhoale (In Hoensbroek. De mooiste Hoensbroekse verhalen) (2009) keert de schrijver weer terug naar zijn geboorteplaats. ‘Wie een mooi verhaal kent, heeft de plicht het te vertellen’, zei hij desgevraagd in een interview, die voor dit tweetalig boek (in de Nederlandse taal en het Gebreuker Plat) zich liever samensteller noemde. Terecht, want behalve Pierre zelf staan in het boek verhalen van zijn moeder Fientje Cremers, Bertus Aafjes, Jo Brassée, Pé Hawinkels, Paul van Hoensbroek, Pierre Kemp en Math Mertens.
WERKEN: Klamboes, klewangs en klapperbomen. Indië gewonnen en verloren. Een beknopte geschiedenis van de kolonisatie van het voormalige Oost-Indië met nadruk op de militaire aspecten (1977); Kampioenen en krukken in kniebroek. Beelden en berichten uit de kinderjaren van de sport (1978): De politionele acties (1979); Reizen door een onvoltooid verleden. Het oude Indië in het nieuwe Indonesië (1980); Het zwarte leven. Geschiedenis van onze mijnen en mijnwerkers (1985); De ABP-affaire. De journalistieke jacht op fraudes in de bouwwereld (1988); 35 Jaar Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis (2000); Doemvlucht. De verzwegen geheimen van de Bijlmerramp (2002); Zilver uit de Hemel. Verslag