ren met huiswerk: schrijven, lezen, uitleggen en overhoren. Dat Annie wel het onderwijs in ging vond hij geweldig. Het was of er toch nog iets van zijn droom uitkwam. Dat haar moeder ook goed vond dat zij verder ging studeren was in die tijd niet vanzelfsprekend, maar zij gunde het haar kinderen zeer. ‘Ik ben begonnen met het schrijven van gedichten op het moment, waarop volgens mij de meesten beginnen: als ze verliefd raken. Ik woonde toen nog in Hoensbroek. Mijn vriend - nu mijn man - woonde in Overijssel. We schreven elkaar veel. Soms wel drie keer in de week’. In 1993 debuteerde Annie Bisschops met Toverbal van levenslaagjes. De tweede keer dat zij haar schrijverstalenten wat doelbewuster uitprobeerde was toen zij inmiddels een baan had op de Graafse scholengemeenschap. Zij was indertijd de enige vrouwelijke leerkracht en ontpopte zich als gelegenheidsdichter. Er zou nog een derde periode volgen waarin haar dichtkunst een nieuwe impuls kreeg. ‘Dat was toen ik mij ging voorbereiden op het verlaten van het ouderlijke huis door mijn kinderen. Daarin kwamen opnieuw sterke gevoelens boven. Je kunt zeggen dat schrijven therapeutische effecten heeft gehad. Ik haal overal inspiratie uit: uit een boek, een film of gewoon iets wat iemand gezegd heeft.’ Daarbij stelt zij als eis dat een gedicht taalkundig goed moet zijn. De dichter dicht, de lezer leest. En iedereen mag erin lezen en erin zien wat hij wil. Een van haar gedichten in de bundel Toverbal van levenslaagjes gaat over een vader. Tegoedbon ingeruild: Vader is niet meer/ zoals hij was/ is hij gegaan/ een winterse knop/ in ons bestaan/ zijn beproevingen/ wist hij met een lach/ te verslaan/ hij heeft gestreden/ en gezongen/ maar nu is het gedaan/ vader is niet meer/ een stilte valt er/ om ons heen/ zijn plaats is leeg/ maar de volheid van zijn leven/ staat voor onze ogen/
zijn blijheid zit ons/ in het bloed/ zo leeft hij door/ zo is het goed/ vader is niet meer/ zijn tegoedbon heeft hij ingeruild/ hij moest wel/ en hij wilde ook/ zijn dagen waren opgeteld/ zijn leven uitgeleefd/ hij heeft nu de rust/ waarnaar hij zo verlangde.
‘Mensen zeggen dat bepaalde passages in mijn gedichten hen troosten of ontroeren. Zij zien er ook dingen in die ik zelf nog niet gezien heb’. Ook in haar volgende bundels vinden we enkele treffende gedichten zoals in Woord en zin een overpeinzing in Bundel: Een boek begint beneden/ het start heel onderaan/ op weg naar hoger hoger/ ver weg gelegen waan/ van roem en van erkenning/ van schijnbaar goed verstaan/ of naar een stil begrijpen/ waarom het is ontstaan. of in Onbestendig de herinnering aan een heuglijke gebeurtenis in Onvergetelijk: Ik ben je niet vergeten/ ik heb