Hoe hoort het eigenlijk?
(1939)–Amy Groskamp-Ten Have– Auteursrecht onbekendDe Militaire Willemsorde:Gesticht door Koning Willem I op den 30sten April 1815 als belooning voor diegenen, welke zich, zoowel bij land- als zeemacht, onderscheiden hebben door moed, beleid en trouw. Deze orde bestaat in vier klassen, te weten: Grootkruisen. Commandeurs. Ridder 3e klasse. (Gouden kruis). Ridder 4e klasse. (Zilver). De decoratie bestaat uit een achtpuntig kruis met wit emaille, waarop met gouden letters de woorden: Moed, Beleid en Trouw; tusschen deze vakken bevindt zich een groen: geëmailleerd Bourgondisch kruis, het geheel gedekt door een Koningskroon. Het lint is Oranje met twee strepen van Nassau-blauw. Er is ook een eeresabel voor officieren van het leger, uit te reiken aan reeds gedecoreerde officieren, die zich door daden van dapperheid opnieuw bijzonder onderscheiden hebben. | |||||||||||||
[pagina 229]
| |||||||||||||
Orde van den Nederlandschen Leeuw:Ingesteld door Koning Willem I op den 29sten September 1815, ‘als vereerende onderscheiding voor alle Nederlanders, die bewijzen geven van beproefde vaderlandsliefde, bijzondere ijver en trouw in het volbrengen hunner burgerplichten of buitengewone bekwaamheid in kunst en wetenschappen’. Deze orde kan in bijzondere gevallen ook aan vreemdelingen worden verleend. Deze orde bestaat uit drie klassen: Grootkruisen. Commandeurs. Ridders. Aan de orde is tevens verbonden een eere of z.g. ‘Broeder’-medaille. De decoratie bestaat uit een wit geëmailleerd gouden kruis met gouden W tusschen elk der armen; aan de voorzijden een blauw geëmailleerd medaillon, waarop met gouden letters de spreuk: ‘Virtus Nobilitat’. Aan de keerzijde eenzelfde blauw geëmailleerd medaillon, waarop in goud de Leeuw staat voorkomende in het Nederlandsche Rijkswapen. Boven het kruis bevindt zich een gouden Koninklijke kroon. Het lint van het Grootkruis (Nassau-blauw met twee Oranje strepen) wordt over den rechterschouder naar de linkerheup gedragen. Bij de Grootkruisen behooren 8-puntige sterren, waarop zich het kruis bevindt in wit emaille, waartusschen de W. Deze sterren worden op den linkerborst gedragen. Het Commandeurkruis wordt aan een lint van 55 m.m. om de hals gedragen. Hierbij hoort een vergroot ordeteeken, te dragen op den linkerborst. | |||||||||||||
De Orde van Oranje Nassau:Ingesteld in naam van H.M. Koningin Wilhelmina door H.M. Emma, Koningin Weduwe Regentes, op den 4en April 1892, als vereerende onderscheiding voor Nederlandsche of vreemde burgers, die zich jegens den Nederlandschen Staat of Maatschappij op bijzondere wijze hebben verdienstelijk gemaakt. Deze orde bestaat uit 5 klassen: Eeremedailles in goud, zilver en brons, ‘Civiel’ en ‘Militair’, t.w.: | |||||||||||||
[pagina 230]
| |||||||||||||
Grootkruisen. Grootofficieren. Commandeurs. Officieren. Ridders. Het versiersel bestaat uit een wit en blauw geëmailleerd kruis met 8 geparelde punten en een doorloopende groen geëmailleerde lauwerkrans tusschen de armen, gedekt door een Koninklijke Kroon. Alles van goud voor de eerste vier klassen en van zilver voor de 5de klasse. In het midden van het kruis bevindt zich een blauw geëmailleerd rond schild, omgeven door een wit geëmailleerden rand, beiden omlijst met gouden rand. Aan de eene zijde op het ronde schild De Leeuw en op den rand in gouden letters de woorden: ‘Je maintiendrai’; aan de keerzijde op het ronde schild een met een gouden Koninklijken Kroon gedekte gouden W en op den rand in gouden letters ‘God zij met ons’. Voor Militairen wordt de lauwerkrans vervangen door twee zilveren zwaarden met goud gevest, schuin gekruist achter het ronde schild. Het lint is oranje tusschen twee strepen van Nassau-blauw, deze kleuren gescheiden door een smalle witte streep. Bij de Grootkruisen behoort een 8 hoekige zilveren ster, te dragen op den linkerborst. Voor de Grootofficieren een vier hoekige zilveren ster, te dragen op den linkerborst. Het Commandeurskruis wordt aan de hals gedragen. | |||||||||||||
Duitsche Orde Balije van Utrecht.Deze orde werd in het Koninkrijk der Nederlanden hersteld bij de wet van 1815, zoodanig als zij tijdens haar opheffing in 1811 had bestaan. De orde heeft de rangen: Landscommandeur. Coadjutor. Commandeurs. Kapittel Ridders. Ridders - Expectanten. | |||||||||||||
[pagina 231]
| |||||||||||||
Zij, die tot deze orde wenschen te behooren, moeten in het bezit zijn van 4 stamdeelen (16 kwartieren) van oude riddermatige huizen of ten minste een tweehonderdjarig adeldom kunnen bewijzen. De Balije van Utrecht telt slechts ongeveer 30 leden en neemt weinig leden op. Zeer jong worden aspirant ridders reeds als expectant in de orde ingeschreven om op hun beurt in het kapittel te worden toegelaten. Voor het ridderschap, zoowel als voor het ridderexpectant-schap is de Koninklijke bekrachting vereischt. (agreatie). Bij daagsche kleeding wordt in het knoopsgat een zwarte rozet gedragen, al of niet met in het midden een klein Johannieter Kruis. Bij officieele kleeding draagt men halskruis en borstkruis. Bij officieele kleeding op de heup de Johannieter Ster. | |||||||||||||
Commenderij Nederland der Johannieter Orde, opgericht 1909.Voor toelating vereischt: 50 jaar adeldom en het belijden van den Protestantschen Godsdienst. De Commenderij heeft zich tot taak gesteld het verplegen van zieken. Zij maakt deel uit van de in 1852 weder opgerichte Balije Brandenburg der Johannieter Orde. Zij is verdeeld in Eere- en Rechtsridders. | |||||||||||||
Souvereine Orde van Malta, Balije Nederland.De Souvereine Orde van Malta werd opgericht in 1909 te Jeruzalem. In 1911 werd de Oude Balije in Nederland hersteld. Men treft aan: Eere Dame - Grootkruis (H.M.). Eere Dames. Leden van Kapittel. Ridders. Eere Kapelanen. De leden van de Orde behooren tot den Roomsch-Katholieken Godsdienst uitgezonderd Eere Dame Grootkruis. | |||||||||||||
[pagina 232]
| |||||||||||||
Huisorde van Oranje.Is ingesteld door H.M. de Koningin in 1905. De Orde is verdeeld in 5 klassen. Grootkruis, Groot Officier, Commandeur, Officier en Ridder (1e en 2e Klasse). Gelijk in rang met de 2e klassen, die der Groot Officieren staan diegenen, wien is toegekend de Gouden Eeremedaille voor Kunst en Wetenschap, of de Gouden Eeremedaille voor Voortvarendheid en Vernuft. De versierselen der Orde, alsmede de Eeremedaille voor Kunst en Wetenschap en de Eeremedaille voor Voortvarendheid en Vernuft worden gedragen aan oranje lint. Zonder aanduiding van een klasse kan voor redding uit levensgevaar een medaille in zilver worden verleend. | |||||||||||||
Huisorde van den Gouden Leeuw van Nassau.Deze orde is opgericht door Koning Willem III in 1858. In 1890 wordt deze uitsluitend huisorde van het Groothertogdom Luxemburg, doch in 1905 in Nederland als huisorde hersteld. De orde heeft 1 klasse: Ridder.
Andere Nederlandsche onderscheidingen:
| |||||||||||||
[pagina 233]
| |||||||||||||
Men draagt een strijke of stokje als ridder, een rozet als officier in een orde (dus ook combinaties zijn mogelijk). Sommige menschen dragen ook wel knoopsgatversierselen op de overjas. Hoewel niet incorrect is dit niet aan te bevelen. In België is dit echter algemeen gebruik). Een ordelint van schouder naar heup, dus een ‘Groot Kruis’ lint wordt behalve op rok ook op ambtscostuum of toga gedragen. Bij een zeer officieele receptie kan men op jacquet miniatuurkruisen op de revers dragen (bruiloft b.v.). Dit wordt echter uiterst zelden gedaan. Bij een diner of avondbijeenkomst alléén op rok (men ziet in Nederland wel eens miniaturen op de smoking dragen; dit laatste is echter verkeerd, want alleen een rok geldt als officieele kleeding). Op ministers audiënties dragen alleen militairen kruisen e.d. Civiele personen dragen in knoopsgat rozet of strik. Voor audientie aan het hof hangt dit af van de uitnoodigingskaart. Wanneer men meer dan één ridderorde draagt, worden deze naast | |||||||||||||
[pagina 234]
| |||||||||||||
elkaar gemonteerd, hangende aan de lintjes of zonder de linten aan een kettinkje. Men draagt de versierselen op den linkerborst, in zoodanige rangorde, dat de voornaamste het meest naar het hart hangt en dan afloopend naar de linker zijde. Nederlandsche Orden gaan vóór de buitenlandsche. De volgorde is: Militaire Willemsorde, Huisorde van Oranje, Nederlandsche Leeuw, Orde van Oranje Nassau, Officieren Dienstkruis en Mobilisatiekruis. Daarna verdere Nederlandsche onderscheidingen waarna de buitenlandsche volgen, wederom te beginnen met de voornaamste hiervan geheel rechts. Nederlandsche decoraties moet men zich sedert 1923 zelf aanschaffen. Alleen de z.g. eeremedailles in goud, zilver en brons, verbonden aan de Oranje-Nassau orde, worden in bruikleen verstrekt. De buitenlandsche decoraties worden voor het meerendeel in bruikleen gegeven door de betreffende regeeringen. Bij overlijden moeten de nabestaanden deze aan de consulaten of legaties terugzenden. (Tenzij in de statuten anders is bepaald). Nederlandsche orden worden na overlijden teruggestuurd aan den kanselier van de orde. Bij rouw worden door niet-militairen geen decoraties gedragen. Alvorens een onteerend vonnis over een veroordeelde uit te spreken, zal de burgelijke rechter of de voorzitter van den Krijgsraad den beschuldigde eventueele decoraties doen afleggen. Het recht tot het dragen van een verkregen eereteeken gaat verloren:
Bij het verwerven van een buitenlandsche onderscheiding kan men den betrokken gezant zoowel schriftelijk als mondeling bedanken, | |||||||||||||
[pagina 235]
| |||||||||||||
met het eerbiedig verzoek dezen dank aan zijn staatshoofd te willen overbrengen. Eeremedailles mogen uitsluitend aan het lint worden gedragen. Ontvangt men een Nederlandsche Orde, dan zende men een brief met dankbetuiging aan H.M. de Koningin voor de verleende onderscheiding. Ontvangt men een buitenlandsche onderscheiding dan richte men een verzoek aan H.M. de Koningin, toestemming tot het dragen der versierselen te willen verleenen. Dit verzoek moet vergezeld gaan van het schriftelijk bewijs van toekenning der buitenlandsche orde. Bij een officieel bezoek van een buitenlander of bij een officieel bezoek aan een buitenlandsche gezant draagt men alle orden, in de volgorde zooals boven aangegeven. Wenscht men niet alle orden te dragen, dan alleen, indien men in officieel tenue is, het kruis van het betrokken land; bij onofficieel tenue het knoopsgatversiersel. |
|