de eigenaresse hiervoor toestemming vraagt.
Een geleend voorwerp mag ook niet verder worden uitgeleend. Als mevrouw A. een mantel leent van mevrouw B., zou het zeer onbetamelijk zijn indien deze laatste tegen haar buurvrouw C, zeide: - trek jij dien mantel vanmiddag zoolang maar aan.
Vooral bij het uitleenen van boeken wordt hiertegen nogal eens gezondigd, doch zij, die de goede vormen in acht nemen, zullen nimmer een geleend boek aan derden verder leenen, zonder daartoe van den eigenaar tevoren verlof te hebben gevraagd.
Vriendelijker is het om bij het geleende, dat men terugbrengt behalve een bedankje ook een kleine attentie te voegen: een paar bloemen, een plant, een doos bonbons e.d.
Men zij hiermede echter voorzichtig want niet iedereen valt in de termen hiervoor.
Heeft men iets geleend van een oudere of hooger geplaatste, dan kan men meestal veiliger volstaan met een beleefd bedankbriefje. (Mondelinge boodschappen aan personeel gegeven worden zoo vaak vergeten of verkeerd overgebracht). Ouderen, maatschappelijk hooger geplaatsten, en beter gesitueerden zijn doorgaans maar matig gesteld op bedankjes in tastbaren vorm.
Ieder geval moet apart beoordeeld worden.
Leent bijv. een jong vrouwtje een paraplu van een vriendin van haar moeder, dan is het overdreven de paraplu terug te zenden of te brengen met een pot of vaas bloemen en een bedankbriefje.
Heeft echter hetzelfde vrouwtje van dezelfde oudere dame een gebruiksvoorwerp gedurende langen tijd in bruikleen gehad (een weck-ketel of een ligstoel of een electrisch kacheltje e.d.) dan is zoowel het bedankbriefje als de bloeiende plant op zijn plaats. Alle schade ontstaan aan het eigendom van anderen, terwijl men dit in bruikleen heeft, moet prompt worden hersteld of vergoed. Heeft men het ongeluk een vlek te maken op een geleend kleedingstuk, dan dient men dit te laten stoomen.
Is de schade onherstelbaar (brandgat, scheur e.d.) dan eischt de étiquette, dat men het kleedingstuk door een ander (nieuw) vervangt of tenminste het aanbod hiertoe doet.
Hetzelfde geldt voor boeken, gebruiksvoorwerpen e.d.
Vraagt men iets ter leen en bemerkt men, dat de eigenaar graag ‘neen’ zou zeggen, dan dringe men niet aan.
Ieder, die iets geleend heeft van anderen, drage zoo eenigszins mogelijk de zorg hiervoor niet op aan derden.