de graag dit of dat van U zien. Is de prijs te hoog dan schrome men niet dit rustig te zeggen, waarop onveranderlijk van de verkoopster de repliek zal komen, dat de prijs voor het onderhavige artikel juist heel laag is, gezien de goede kwaliteit, de uitvoering enz. enz.
De onhandige klant, niet wetend hoe zich hier uit te redden koopt dan vaak tegen zijn zin een voor hem te duur artikel en heeft voor altijd het gevoel, dat iemand in dien bepaalden winkel de dingen worden opgedrongen, hetgeen voor den naam van de zaak niet prettig is.
Verstandiger is het wanneer de klant ten antwoord geeft: Het kan best zijn, dat het artikel niet duur is voor de kwaliteit maar de prijs is te hoog voor mijn beurs. Ik wilde liever iets minder besteden.
Dit is duidelijke taal. Het is ieders goed recht zoo veel of zoo weinig te besteden als zijn beurs toelaat. Wanneer klanten door onhandigheid, valsche schaamte of hooghartigheid niet duidelijk maken, dat zij iets niet kunnen of willen betalen, dan zal natuurlijk de verkoopster blijven aandringen teneinde de koop - waarvan zij vaak provisie geniet - alsnog te doen slagen.
Wanneer men na veel wikken en wegen tenslotte toch niet slaagt, loope men niet kwasie verongelijkt weg met een onverschillig gemompelden groet.
De man, die zijn wereld kent, de vrouw die uitmunt in wellevendheid, zullen met een: Het spijt mij zeer maar ik wil liever eerst nog eens ergens anders kijken, ik dank U voor de moeite - den winkel verlaten.
Onbeschaafd en onbehoorlijk handelt de vrouw, die ‘uit tijdverdrijf’ schoenen of jurken gaat passen of balen stof laat afrollen zonder het minste voornemen iets te koopen.
Zij, die een rolletje naaizijde of een stukje zeep, een klosje garen of een tandenborstel thuis laten bezorgen - soms aan het andere einde van de stad - maken zich niet alleen belachelijk maar onbemind.
De huisvrouw, die een half ons bloedworst of een ons thee laat bezorgen en na drie maal opbellen den kruideniersjongen met zijn boodschap ter waarde van nog geen dubbeltje terug stuurt omdat-hij-een-kwartier-te-laat-is, laat zich niet kennen als een voorname vrouw doch als iemand, die niet weet hoe het hoort.
Zij, die datgene koopen, wat zij absoluut niet noodig hebben en