Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hoe hoort het eigenlijk? (1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hoe hoort het eigenlijk?
Afbeelding van Hoe hoort het eigenlijk?Toon afbeelding van titelpagina van Hoe hoort het eigenlijk?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.54 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.72 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/lifestyle


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hoe hoort het eigenlijk?

(1939)–Amy Groskamp-Ten Have–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Koopen.

Hun die vragen: Is er ook al een aparte étiquette voor koopen? antwoorden wij: De étiquette voor den kooper is dezelfde als de étiquette voor den gewonen beschaafden man, die de vormen in acht neemt en aldus doende geen aanstoot geeft aan anderen, noch de gevoelens van anderen kwetst.

Bij het betreden van een winkel wendt men zich tot een verkooper of verkoopster. Is er geen verkoopster vrij dan wacht men rustig zijn beurt af. Duurt het tamelijk lang, dan menge men zich niet in het gesprek tusschen een andere kooper en de bedienende verkoopster, doch ga op zoek naar den chef en vrage of er wellicht iemand is, die kan helpen. Wordt men naar zijn wenschen gevraagd, dan zegt men: Heeft U ook dit of dat artikel? Of: Ik wil-

[pagina 186]
[p. 186]

de graag dit of dat van U zien. Is de prijs te hoog dan schrome men niet dit rustig te zeggen, waarop onveranderlijk van de verkoopster de repliek zal komen, dat de prijs voor het onderhavige artikel juist heel laag is, gezien de goede kwaliteit, de uitvoering enz. enz.

De onhandige klant, niet wetend hoe zich hier uit te redden koopt dan vaak tegen zijn zin een voor hem te duur artikel en heeft voor altijd het gevoel, dat iemand in dien bepaalden winkel de dingen worden opgedrongen, hetgeen voor den naam van de zaak niet prettig is.

Verstandiger is het wanneer de klant ten antwoord geeft: Het kan best zijn, dat het artikel niet duur is voor de kwaliteit maar de prijs is te hoog voor mijn beurs. Ik wilde liever iets minder besteden.

Dit is duidelijke taal. Het is ieders goed recht zoo veel of zoo weinig te besteden als zijn beurs toelaat. Wanneer klanten door onhandigheid, valsche schaamte of hooghartigheid niet duidelijk maken, dat zij iets niet kunnen of willen betalen, dan zal natuurlijk de verkoopster blijven aandringen teneinde de koop - waarvan zij vaak provisie geniet - alsnog te doen slagen.

Wanneer men na veel wikken en wegen tenslotte toch niet slaagt, loope men niet kwasie verongelijkt weg met een onverschillig gemompelden groet.

De man, die zijn wereld kent, de vrouw die uitmunt in wellevendheid, zullen met een: Het spijt mij zeer maar ik wil liever eerst nog eens ergens anders kijken, ik dank U voor de moeite - den winkel verlaten.

Onbeschaafd en onbehoorlijk handelt de vrouw, die ‘uit tijdverdrijf’ schoenen of jurken gaat passen of balen stof laat afrollen zonder het minste voornemen iets te koopen.

Zij, die een rolletje naaizijde of een stukje zeep, een klosje garen of een tandenborstel thuis laten bezorgen - soms aan het andere einde van de stad - maken zich niet alleen belachelijk maar onbemind.

De huisvrouw, die een half ons bloedworst of een ons thee laat bezorgen en na drie maal opbellen den kruideniersjongen met zijn boodschap ter waarde van nog geen dubbeltje terug stuurt omdat-hij-een-kwartier-te-laat-is, laat zich niet kennen als een voorname vrouw doch als iemand, die niet weet hoe het hoort.

Zij, die datgene koopen, wat zij absoluut niet noodig hebben en

[pagina 187]
[p. 187]

ook nimmer zullen gebruiken, handelen even verkeerd als onverantwoordelijk, omdat zij van het aldus weggegooide geld een oneindig beter gebruik zouden kunnen maken ten behoeve van anderen.

De eerste vereischte voor koopen zijn: Koopkracht, noodzaak en warenkennis.

Wie niet koopkrachtig is en niet weet of en hoe hij datgene wat hij koopt betalen zal maakt zich schuldig aan oneerlijkheid. Zij, die zaken koopen, die zij niet noodig hebben zullen geld tekort komen voor datgene wat onontbeerlijk is. Ten slotte dienen zij, die koopen (en het zijn in hoofdzaak de huisvrouwen, die verreweg het grootste deel van het nationale inkomen uitgeven) zich te wapenen met een degelijke warenkennis, opdat het geld, dat zij uitgeven op de beste en voordeeligste wijze belegd worde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken