Hof etiquette.
Zij, die op audientie wenschen te gaan kunnen vooraf in de courant zien of de betrokken personen (Leden Kon. Huis, comm. der Koningin, e.d.) audientie verleenen, op welken dag en welk uur en tot wie men zijn verzoek moet richten.
Wenscht men op audientie te gaan aan het hof en verkeert men in onzekerheid tot wie(n) men zich dient te wenden, dan kan men zich als militair wenden tot den chef van het Militaire Huis der Koningin, als burger tot den adjudant van dienst van H.M., terwijl dames zich richten tot de dame du palais of de waarnemende grootmeesteresse van H.M. (tot den dienstdoenden grootmeester van H.K.H. prinses Juliana, tot den waarnemenden secretaris van Z.K.H. Prins Bernhard).
Dames gaan zich persoonlijk voorstellen bij de waarnemende grootmeesteresse op den ontvangdag van deze in den Haag.
Op de kaart voor ontvangst, die daarna de aanvraagster meestal bereikt staan uur van present zijn en voorgeschreven toilet aangegeven.
De aanvrage om een audientie luidt als volgt:
Ondergeteekende.... gaarne den hoogen eer wenschende te genieten aan Hare Majesteit de Koningin te worden voorgesteld, roept hiertoe de welwillende tusschenkomst in van den Adjudant van Dienst van Hare Majesteit.
Hij verzoekt den Adjudant van Dienst voornoemd, de verzekering van zijn bijzondere hoogachting te willen aanvaarden
(onderteekening).
Heer Adjudant van Dienst
van Hare Majesteit de Koningin.
H.M. komt niet binnen voor alle gasten aanwezig zijn.
Bij binnenkomst van H.M. en wanneer men aangesproken wordt door H.M. maakt men een diepe buiging. Ook bij het vertrek van H.M., dat altijd het eerst plaats heeft wordt de révérence gemaakt.
Zoolang H.M. in kamer of zaal is, waar men zich bevindt laat men zich niet voorstellen aan anderen.
Op een uitnoodiging van H.M. wordt alléén wanneer men verhinderd is geantwoord.
Een uitnoodiging van H.M. geldt als een zeer gewaardeerd bevel.
Bericht van aannemen blijft als vanzelf achterwege.