Geheimen.
Geheimen van anderen dienen wij strikt te respecteeren en onder geen enkele omstandigheid mogen wij misbruik maken van hetgeen ons vertrouwelijk werd medegedeeld.
Met onze persoonlijke geheimen kunnen wij het allerbeste handelen als met onze tekortkomingen, waar wij maar het liefste het zwijgen toe doen.
Het druischt tegen alle wellevendheid en goede vormen in, wanneer men in gezelschap met een of meer personen geheimen behandelt, waarvan de overige aanwezigen uitgesloten zijn.
Bevindt men zich in een moeilijk parket, door dat men desgevraagd een geheim van derden niet wil prijsgeven, dan kan men altijd volstaan met ronduit te zeggen: dat betreft iets, dat niet mij maar anderen aangaat. Ik heb geen vrijheid daarover te spreken, ik kan er U dus tot mijn spijt niet over inlichten. Het beste lijkt het mij, dat U het den betrokkene zelf vraagt.
Mocht een onbescheiden persoon toch blijven aandringen en nieuwsgierig vragen of men wel of niet op de hoogte is van het gevraagde, dan antwoorde men: Het maakt geen enkel verschil of ik het weet of niet weet, in geen van beide gevallen kan ik er mij over uitlaten.
Aldus blijft de onbescheidene in de onzekerheid en smaakt men de voldoening op beleefde wijze te hebben geweigerd zijn woord te breken.