Voor de overlevenden(1966)–Boudewijn de Groot, Lennaert Nijgh– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Delirium Omdat ik van je hou, m'n schat, ben ik zonder jou, m'n schat, een stuk verlopen harlekijn die niets meer doet dan dronken zijn. En nu je met een ander gaat, loop ik te zwalken langs de straat, omdat ik wankel als een zot lacht iedereen zich rot. Komt vrienden, vult de glazen goed en laten we eens drinken, want als de mens toch sterven moet dan kan ie het best verdrinken, als iemand onder de tafel gaat dan maken wij wel de rest soldaat. Ofschoon je van een ander houdt, laat mij ieder ander koud, ik kies gewoon m'n eigen lot, al ga ik daaraan ook kapot, gehangen als een hartedief, in m'n eigen strop, m'n lief, daarom speel ik de kroegtenor met een dronken koor: Komt makkers, schenk me nog 's in, en denk niet aan de kater, z'n lijkkist moet een ieder in, al dronken we ook water, en wie het eerste kotsen moet, betaalt de rekening, kort en goed. [pagina 31] [p. 31] Terwijl ik hier mijn pijn verstouw, vind ik het toch fijn voor jou, omdat jij nu gelukkig bent, omdat jij echte liefde kent. En als ik je ontmoet op straat, dan vraag ik hoe het met hem gaat, dan praat je vrolijk honderduit... daarna ga 'k onderuit. Komt broeders, vult opnieuw het glas, wie kan er hier nog treuren, wie vol is doet gewoon een plas, en nou niet verder zeuren! En morgenochtend merken we wel, wat er nog over is van het stel. Omdat ik van je hou, m'n schat, heb ik dikwijls kou gevat met doelloos wachten voor je huis, al was je helemaal niet thuis. Toch kan ik wel gelukkig zijn, toch is het soms wel even fijn, als ik je maar kan zien, m'n schat, al ben ik nog zo zat. Komt vrienden, schenk me nog eens in, en denk niet aan de kater, z'n lijkkist moet een ieder in, al dronken we ook water, kom vrienden, vult de glazen goed, etc. etc. Vorige Volgende