Voor de overlevenden
Een paar woordjes vooraf
Er is onder de ouderen een krampachtig streven ontstaan om de jongeren bij te houden en daardoor zelf bij te blijven... Immers, wie niet blindelings vóór is, is tégen en wordt dientengevolge haastig ondergebracht in het kamp der senielen, een straf die de moderne mens van deze revolutionaire tijd wanhopig tracht te ontlopen. Dus zijn er zelfs geestelijke leiders die oeroude (maar nu in een actueel wit pak gestoken) puberteitsverschijnselen met gevouwen handen tegemoet treden om vervolgens de vingertoppen peinzend tegen elkaar te leggen, de alles-begrijpende blik schuin hemelwaarts te richten en warm-neutraal te filosoferen: ‘Er zit iets in’...
En deze door angst ingegeven mentaliteit is maar al te vaak bepalend geworden voor het oordeel over kunstzinnige uitingen van de jeugd, waarbij gemakshalve het artistieke uitgangspunt naar vermogen wordt verloochend, zulks ten nadele van de talentlozen die bij het onvermijdelijke door-de-mand-vallen dubbel pijnlijk ter aarde storten.
Bij Lennaert Nijgh (nu 21) en Boudewijn de Groot (nu 22) was het zo onmisbare talent van het begin af onmiskenbaar aanwezig en dus hoefde hun leeftijd (toen 19 en 20) voor niemand een excuus te zijn om hun artistieke prestaties de volle volwassen aandacht te schenken.
Deze twee jonge kunstenaars behoren tot de benijdenswaardige mensen die nog kunnen gelóven, ‘omdat wie wil wel vleugels heeft, al is het dan alleen maar om te dromen’. Ze hebben hun ‘kinderdood overleefd’ en vertolkten hun resterende idealen zoekend en tastend in de meest uiteenlopende toonaarden die door hun onderlinge verschillen verwarring stichten bij lezers, luisteraars en kijkers. Want iedereen die probeert om ze in een bepaald vastomlijnd vakje te plaatsen komt bedrogen uit, omdat ze het uitzonderlijke voorrecht genieten alleen maar zichzelf te willen zijn.
En die weelde kunnen de ouderen zich niet meer veroorloven.
Daarom beveel ik deze twee talentvolle jongeren van harte bij u aan. Ik hoop dat u het overleeft...
Wim Ibo