Het recht van oorlog en vrede
(1993)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermdProlegomena & Boek I
[pagina 207]
| |||||||||
5. Wie het geoorloofd is oorlog te voeren[Inhoud]
| |||||||||
[Ook bij wilsdaden zijn er drie bewerkende oorzaken:]§1. Zoals bij andere zaken, zo plegen er ook bij wilsdaden drie soorten van bewerkers te zijn: de hoofdbewerkers, de ondersteunende bewerkers en de instrumentele bewerkers. | |||||||||
[de hoofdoorzaak,]De belangrijkste bewerkende oorzaak van een oorlog is meestal de belanghebbende.Ga naar eind[1.] In private oorlogen is dat een particulier persoon, in publieke oorlogen is dat de publieke macht, op de eerste plaats de hoogste macht. Op een andere plaatsGa naar eind[2.] zullen we nagaan of iemand de oorlog mag beginnen ten voordele van een ander, die zich stilhoudt.Ga naar eind[3.] Ondertussen zullen we stellen dat iedereen van nature de verdediger is van zijn eigen recht. Daarom hebben we handen gekregen. | |||||||||
[de ondersteunende oorzaak]§2. [1] Onze hulpvaardigheid ten overstaan van anderen, in de mate dat we dit kunnen, is niet alleen toegestaan, maar ook zedelijk goed. De auteurs over de plichten van de mens schrijven terechtGa naar eind*4.* dat er voor de mens niets nuttigers bestaat dan zijn evenmens. Er bestaan nu tussen de mensen verschillende banden, die tot een wederkerige hulp uitnodigen. Want zowel de familieleden komen samen om elkaar te helpen, en de buren roepen elkaar [om hulp] en ook de deelgenoten van dezelfde burgergemeenschap, vandaar de woorden ‘Vooruit, burgers’ en ‘om hulp geroepen worden’.Ga naar eind[5.] AristotelesGa naar eind*6.* zei dat ieder óf | |||||||||
[pagina 208]
| |||||||||
voor zichzelf de wapens moet opnemen als hem onrecht wordt aangedaan, óf voor [zijn] familieleden, weldoeners of gezellen die het slachtoffer van onrecht zijn. En SolonGa naar eind*7.* had geleerd dat die steden gelukkig zouden zijn, waarin elk het onrecht dat aan een ander wordt aangedaan, opvat als aan zichzelf [te zijn aangedaan]. [2] Maar, gesteld dat de overige banden ontbreken, [dan] volstaat [toch] de gemeenschap van de menselijke natuur. De mens is immers niets menselijks vreemd.Ga naar voetnoot*8.* Van MenanderGa naar voetnoot[9.] zijn de volgende verzen: ‘Indien wij ieder de bestraffing van het onrecht [dat] door verderfelijke lieden [wordt aangedaan] zouden herstellen en hierbij bedenken dat datgene, wat aan een ander voorvalt, ons wordt aangedaan en [als wij dat doen] met vereende krachten, dan zou de brutale aanval van de kwaadwilligen het moeten afleggen tegen onschuld. Van alle kanten in het oog gehouden en gedwongen hun verdiende straf te ondergaan zouden er helemaal geen kwaadwilligen meer bestaan, of [althans] zeer weinigen.’ Van DemocritusGa naar voetnoot[10.] is de volgende uitspraak: ‘Het is nodig hen die onrechtvaardig behandeld worden {die onder het onrecht gebukt gaan} naar vermogen bij te staan en dit {niet} te verwaarlozen. Dit is immers rechtvaardig en goed.’ <Wat LactantiusGa naar voetnoot*11.* als volgt uitlegt: ‘God, die het verstand niet gaf aan de andere levende wezens, beveiligde hen tegen aanval[len] en gevaar door natuurlijke verdedigingsmiddelen. De mens schiep Hij echter naakt en zwak, alhoewel Hij hem eerder met verstand begiftigde en daarom gaf Hij hem onder meer dit gevoel voor liefde om elkaar te beschermen, te beminnen en te koesteren en om zowel hulp te krijgen als te geven bij elke [vorm van] gevaar.’>Ga naar voetnoot[12.] | |||||||||
[en de hulpmiddelen]§3. Wanneer wij [hier] spreken van hulpmiddelen, dan bedoelen wij daarmee niet wapens en soortgelijke dingen, maar wel mensen die uit vrije wil zó handelen, dat die wil afhankelijk is van anderen. Een dergelijk instrument is [bijvoorbeeld] de zoon voor [zijn] vader, van nature is hij immers een deel [van zijn vader]. Een dergelijk instrument is ook een slaaf, die in zekere zin een deel is [van zijn meester] krachtens de wet.Ga naar voetnoot*13.* Want, zoals een deel niet enkel een deel is van het geheel in dezelfde relatie als het geheel een geheel is van het deel - wat het deel is, is het enkel [als deel] van het geheel-, op gelijkaardige wijze is het bezit iets [een deel] van de bezitter. DemocritusGa naar voetnoot[14.] [zegt het zo]: ‘Gebruik huisslaven als delen van [uw] eigen lichaam; de enen voor dit en de | |||||||||
[pagina 209]
| |||||||||
anderen voor dat.’ Welnu, zoals een slaaf is in een familie, zo is een onderdaan in een staat, bijgevolg is hij een instrument [in de handen] van de heerser. | |||||||||
[Van nature kan iedereen worden ingezet in de oorlog; speciale gevallen worden later behandeld]§4. Nu bestaat er geen twijfel dat van nature alle onderdanen kunnen worden ingezet in de oorlog, tenzij er een bijzondere wet bestaat, die sommigen uitsluit,Ga naar voetnoot*15.* zoals vroeger de slaven te RomeGa naar voetnoot*16.* en zoals nu overal de clerus.Ga naar voetnoot*17.* Deze wet moet echter, zoals alle wetten van deze soort, worden opgevat met de uitzondering van uiterste nood. Deze algemeenheden mogen [hier] volstaan met betrekking tot de helpers en onderdanen, want de speciale gevallen zullen op hun [geëigende] plaatsGa naar voetnoot[18.] worden behandeld. |
|