Monsieur de ChoisiGa naar voetnoot6 seroit de retour vers le roy. Les directeurs de l'armée weymarienne se seroyent excusez de venir sur le siege du chasteau de Germersheim.Ga naar voetnoot7 ErlachGa naar voetnoot8 auroit baillé sa declaration par escrit pour estre envoyée aux autres directeurs,Ga naar voetnoot9 tellement que touchant Brisach et la generalité de l'armée on n'en est point encores esclairci.Ga naar voetnoot10 Le duc de Longeville auroit destiné 400000 livres de son bien à despenser annuellement, [en] cas qu'il soit receu, en magnificences et liberalitez en son generalat.
A l'arrivée du roy à Dijon le nonceGa naar voetnoot11 et l'ambassadeur de VeniseGa naar voetnoot12 luy auroyent reiteré les ouvertures et moyens de paix. Les deputez des Suisses auroyent demandé la neutralité pour les Franc-Comtois et offert de garder les 4 villesGa naar voetnoot13 pourveu que le roy vueille payer la moitié des frais. Le marquis de VilleGa naar voetnoot14 continue à traitter pour le duc de Lorraine. Le roy coucha hier et passa la feste à Mascon;Ga naar voetnoot15 va à Lyon, où madame de Savoye le doibt venir trouver. Le sieur du HaslierGa naar voetnoot16 est encor devant Moyen sans moyen d'en venir à bout. Monsieur de ChastillonGa naar voetnoot17 a esté renforcé de 2000 Irlandois. Le mareschal de La MeillerayeGa naar voetnoot18 promet encor quelque effect contre une place d'Artois; a fait des courses et degasts horribles jusques à l'Isle en Flandres.
Monseigneur, depuis quinze jours je ne suis sorti que Mercredi dernier et suis rencheu de ma fluxion et pour ce prie vostre Excellence d'excuser le manquement de mes devoirs ordinaires, demeurant, monseigneur, de vostre Excellence,
le plus humble et obeissant serviteur,
Fr. D'Or.
| |
Adres: A son Excellence, monseigneur/monseigneur l'ambassadeur ordinaire de la royne et couronne de Suede, à Paris.
|
-
voetnoot1
- Hs. Den Haag, KB, arch. Cornets de Groot 21, f. 43 (oude signatuur: IV 13 ij), eigenh. oorspr. Grotius' Parijse vriend François d'Or had als predikant te Sedan gediend, maar was in 1619 om zijn arminiaanse overtuiging ontslagen. Sindsdien woonde hij te Parijs, waar hij Grotius blijkens deze brief ook als nieuwsagent terzijde heeft gestaan. De ambassadeur verwerkte de door D'Or geleverde nieuwsfeiten in zijn brieven van 10 september 1639 (nos. 4286, 4289 en 4290 (dl. X)).
-
voetnoot2
- Henri II de Bourbon, prins van Condé, benoemde Roger de Bossost († 1646), graaf van Espenan, maréchal de camp, tot gouverneur van Salses (DBF VI, kol. 1150).
-
voetnoot4
- Christine de France, hertogin van Savoye, zuster van Lodewijk XIII (‘Madame’).
-
voetnoot5
- Henri d'Orléans (1595-1663), hertog van Longueville, werd na de dood van Bernhard van Saksen-Weimar († 18 juli 1639) aangesteld tot opperbevelhebber van het Frans-Weimarse leger in Duitsland (Bernard de Saxe-Weimar, p. 464-465).
-
voetnoot6
- Jean de Choisy (‘de Camp’) (1598-1660), raadsheer in het parlement van Parijs, maître des requêtes, was betrokken bij de onderhandelingen tussen koning Lodewijk XIII en de officieren die onder Bernhard van Saksen-Weimar hadden gediend (Rott, Hist. représ. dipl. V, p. 334).
-
voetnoot7
- Germersheim, ten zuiden van Spiers aan de Rijn, werd door de keizerlijk-Beierse troepen belegerd en ingenomen, terwijl de hertog van Longueville nog onderhandelde met de bevelhebbers van het leger van Bernhard van Saksen-Weimar.
-
voetnoot8
- Johann Ludwig von Erlach (1595-1650), generaal-majoor in het leger van Bernhard.
-
voetnoot9
- Rheinhold von Rosen, Johann Bernhard von Oehm en Wilhelm Otto van Nassau-Siegen.
-
voetnoot10
- Breisach was in december 1638 door hertog Bernhard ingenomen. Op 9 oktober 1639 werd in het verdrag van Breisach de stad aan Frankrijk overgedragen. Gouverneur Johann Ludwig von Erlach moest een deel van zijn bevoegdheden afstaan aan Paul Le Prévost (1607-1679), baron van Oysonville. In hetzelfde verdrag werd een regeling getroffen met de directeuren van het Weimarse leger (Bernard de Saxe-Weimar, p. 467-471).
-
voetnoot11
- De ordinarius nuntius Giorgio Bolognetti, bisschop van Ascoli, was inmiddels opgevolgd door Ranuccio Scotti. Beide gezanten bevonden zich te Dijon voor overleg met Lodewijk XIII en Richelieu (P. Blet, Correspondance du nonce en France Ranuccio Scotti, p. 131-144).
-
voetnoot12
- Angelo Correr (1605-1678) (DBI XXIX, p. 480-485).
-
voetnoot13
- Hier wordt gedoeld op de ‘villes forestières d'Allemagne’, de vier Waldstädte am Rhein, Waldshut, Laufenburg, Säckingen en Rheinfelden, die in het voorjaar van 1638 door Bernhard van Saksen-Weimar veroverd waren. Hun status werd geregeld in het verdrag van Breisach (9 oktober 1639); vgl. no. 3440A; supra, n. 6 en 10, en Rott, Hist. représ. dipl. V, p. 256-257 en 334-336.
-
voetnoot14
- Charles-Henri de Livron, markies de Ville.
-
voetnoot15
- Mâcon. Op 8 september werd het feest van Maria Geboorte gevierd. Het kan niet anders of D'Or liep in zijn verslaggeving op de feiten vooruit. Vgl. Gazette 1639, no. 134, p. 636, met een bericht uit Lyon, dd. 16 september 1639, waar de passage van het hof door Mâcon op 12 september 1639 wordt gedateerd.
-
voetnoot16
- Maarschalk François de l'Hospital (1583-1660), graaf van
Rosnay, sieur du Hallier, belegerde Moyenvic (‘Moyen’) ten oosten van Nancy aan de rivier de Seille.
-
voetnoot17
- Gaspard III de Coligny, graaf van Châtillon, maréchal de France sinds 11 februari 1622.
-
voetnoot18
- Charles de La Porte, markies, later hertog van La Meilleraye, maréchal de France sinds 30 juni 1639.
|