Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 17
(2001)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd209A. 1611 juli 22. Van de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland.Ga naar voetnoot1Erntfeste, etc., Op uE. schrijfvens daerbij dezelfve ons heeft overgesonden copie van het mandament dat d'heeren raden van zijnne Excellencie heeft believen te lichten tegen de Graeffelicheyt, raeckende de zeedriften in zee gevonden ende binnen de heerlicheyt van Vlissyngen gebracht, hebben wij ontfangen ende bij provisie gelast aen den procureurGa naar voetnoot2 de zaecke waer te nemen, tot wat eynde wij ondertusschen d'heeren Staten al 'tzelve zullen voorgedragen ende daerop verstaen haer Edele Moogende goet beliefven, daervan wij uE. alsdan terstonts zullen verwittigen. Wij hebben mede wederom den deurwaerder van de heeren Staten, die gereist is naer Mechelen, last gegeven naer de stucken te vernemen; die becom- | |
men hebbende, zullen uE. die laten toecommen, verwachtende met[een] de copie van de stucken in de processen aldaer hangende.Ga naar voetnoot3 Hiermede, eerentfeste, etc., Raden. | |
Den XXII July 1611. | |
Bovenaan de copie staat: D'heer advocaet-fiscael De Groote. |
|