Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 17
(2001)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd206B. 1611 februari 7. Van de Gecommitteerde Raden van de Staten van Zeeland.Ga naar voetnoot1Eerentfeste, etc., UE. andtwoordeGa naar voetnoot2 op 'tgene de heeren Staten van Zeelandt aen denzelfve heeft belieft te schrijfven nopende 't proces tusschen de raden van zijnne Excellencie ende den waterbailliu van Zeelandt in cas van spolie is ons behandicht, daervuyt wij verstaen de difficulteytten bij dezelfve gemoveert voor soovele belangt de reconventie bij maniere van acte negatoire etc. ende d'exeptie die uw E. soudet goetvinden te proponeren van dat tegen de Graeffelicheyt egeen mandement van spolie en mach werden verleent, middelertijt dat de debvoiren sullen werden gedaen tot recouvre van de zacken van 't proces dienaengaende hangende voor d'heeren van den Hoogen Raide van Mechelen, etc. Ende daerop wij goetgevonden hebben te voegen dat wij ons geheelijck t'uwer E. neersticheyt ende discretie sullen gedragen, betrouwende dat d'selfve, de voorszegde exceptie proponerende, d'zaecke daernaer zal beleyden dat wij becomen hebbende de sacken ende stucken, 't landt sal in zijn geheel wesen van de reconventie te doen off andersints ghelijck alsdan naer examinatie van zaecken oirboirlicxt zal werden gevonden ende dat uw E. ondertusschen ons sal adverteren van tijdt tot tijdt van 'tgene in deselfve saecke sal voorvallen ende passeren. Wij recommanderen uE. de bevoorderinge van het ander proces nopende d'apprehentie van den waterbailliu. Hiermede, eerentfeste, etc., Raden. | |
Den VIIen February 1611. | |
Bovenaan de copie staat: Den advocaet-fiscael van Hollant, Mr. Hugo de Groote. |