7440. 1645 juni 14. Aan Karel Gustaaf van de Palts.Ga naar voetnoot1
Excellentissime domine,
Benevolentiae singularis quam in me antehac ostendit Celsitudo vestra nunquam immemor optaveram coram me ei sistere omniaque eius magnitudini debita obsequia offerre. Sed cum iturus, ut spero, brevi ad reginae aulam Celsitudinem vestram aut nunc inde abesse aut abfuturam intelligam,Ga naar voetnoot2 eam rogo ut eius commendatione adiutus locum aliquem in reginae, cuius negotiis et inservivi hactenus fideliter et porro inservire sum paratissimus, gratia adipisci possim.Ga naar voetnoot3
Deus det Celsitudini vestrae omnia natalibus virtutibusque eius summis convenientia,
Celsitudini vestrae devotissimus,
H. Grotius.
| |
Adres: Excellentissimo domino ac principi Carolo Gustavo, comiti Palatino ad Rhenum, etc.
|
-
voetnoot1
- Hs. Stockholm, RA, Stegeborg Saml., Skrifvelser till Carl Gustav Ser. II a, E 139. Eigenh. oorspr. Gedrukt Epist. ad domum Sueciae, p. 37 no. 7. Karel Gustaaf (1622-1660), vanaf 1654 koning Karel X Gustaaf van Zweden, was de zoon van paltsgraaf Johann Casimir (1589-1652) van Zweibrücken en Katharina (1584-1638), dochter van koning Karel IX van Zweden (SBL XX, p. 641-650). Tijdens zijn ‘tour’ (1638-1640) had hij de bescherming en de gastvrijheid van de Zweedse ambassadeur te Parijs genoten (nos. 3612, 3735, 3738 en 3782 (dl. IX), nos. 3947, 4014, 4097, 4120, 4377 (dl. X), nos. 4504, 4525, 4642, 4656, 4668, 4673, 4857 en 4858 (dl. XI), en Oxenst. Skrifter 2. afd., X, p. 706-709, p. 733-755).
-
voetnoot2
- De Zweedse veldmaarschalk Lennart Torstensson had de jonge paltsgraaf toegevoegd aan zijn generale staf. In het voorjaar van 1645 had hij hem belast met een missie naar de kwartieren van de Zevenburgse vorst György I Rákóczi in Moravië (Oxenst. Skrifter 2. afd., X, p. 801-804, en VIII, p. 501-524).
-
voetnoot3
- Rijkskanselier Axel Oxenstierna had de hoop op het herstel van de Zweedse ambassade in Parijs nog niet opgegeven. De beslissing zou vallen zodra de Franse regering een besluit had genomen over de ambassade van Claude de Salles, baron van Rorté, naar het Zweedse hof; vgl. Hugonis Grotii ad Joh. Oxenstiernam et Joh. Adl. Salvium et Johannis Oxenstiernae ad Cerisantem, epistolae ineditae (BG no. 1224), p. 119-120 (Johan Oxenstierna aan de Zweedse resident Marc Duncan de Cerisantes, dd. 7/17 augustus 1645): ‘Dominus Grotius adhuc in Suedia est, et dicitur rediturus in priorem stationem, si Porturis [Rortaeus] iverit in Suediam legatus ordinarius’.
|