Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 16
(2000)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd7358. 1645 maart 11. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, UEd. zal wel doen met de leden van Hollant de eenicheit ende courage, bijzonder in een zaecke daer de commerciën zooveel aen is gelegen, te recommanderen.Ga naar voetnoot2 Zoo zij haer in de andere provinciën niet tot reden en brengen ofte nae de oude exempelen voordezen bij mij aengeroertGa naar voetnoot3 haer eigen recht met alle macht beschermen, zullen zij voor de tweede maelGa naar voetnoot4 alle haer aenzien verliezen. De Deensche dreigementen staen niet zeer te vresen ende: Nullas habet spes Troia, si tales habet, dat is op den keizer, Spaignie ende Engelant, ceu caetera nusquam bella forent.Ga naar voetnoot5 Dat den coning van Denemarcken niet en wil dat de mediateurs zijne regaliën raecken,Ga naar voetnoot6 dat is met de eene handt omgestooten hetgunt hij met de andere handt schijnt te geven.Ga naar voetnoot7 't Is zeecker dat Vrancrijck in deze zaeckGa naar voetnoot8 Sueden niet alleen niet en favorizeert, maer tegen is, niet alleen om de oorlogen in Duitschlant ende Vlaenderen te beter nae haere zin te dirigeren, maer oock uit jalousie van de Swedische prosperiteit. Off de Vereenigde Nederlanden aen Vrancrijck verbonden zijn om tegen den keizer in openbaere oorloge te comen,Ga naar voetnoot9 | |
[pagina 538]
| |
Ga naar voetnoot9 wete ick niet. Heb tot noch toe geen bewijs daervan gezien. Zoo oock de | |
Fransoisen meenen zoodaenigen recht te hebben op de Vereenichde Nederlanden dat dezelve geen verbond met andere zouden maecken ofte, gemaect zijnde, onderhouden dan met Vrancrijcks goedvinden,Ga naar voetnoot10 dat zoude verre zien. Oock dat Vrancrijck den coning van Denemarcken haere geallieerdeGa naar voetnoot11 noemt, is het woordt van alliantie vrij wat ruim genomen ende niet in zulcken zin als Swede met Vrancrijck is geallieert.Ga naar voetnoot12 Dat de trage lichtingen zoo van de Geünieerde Nederlanden als van Vrancrijck Lamboi voordeel hebben gegeven is wel te geloven.Ga naar voetnoot13 Maer dat den prins van Orangie op een zaecke die zijne Hoocheit zoozeer raect geene vorder instantie bij Hollant meent te doen,Ga naar voetnoot14 moet vrij wat inhebben. 't Schijnt dat men Hollant in Vrancrijck zoect haetelijck te maecken. Op de bewinthebbers van de Oostindische Compagnie dient wel wat ordre gestelt,Ga naar voetnoot15 maer meer, zoo ick hoor, op de Westindische, bij dewelcke vremde grepen ommegaen.Ga naar voetnoot16 Dat de oude regiering bijwijlen werdt opgehaelt,Ga naar voetnoot17 geeft mij niet vremd, want in die tijden was de autoriteit van Hollant groot in de Generaliteit, ende in Hollant van die personen die lang het beleid hadden gehadt. De coninginne alhier hout hetgunt de Vereenichde Ne- | |
derlanden nopende de eerteickenen is toegestaen voor eene gratie,Ga naar voetnoot18 ende alle sulcke gratiën zijn nae gelegentheden van tijden revocabel. De zaecke van Oost-Vrieslant dient hoe eer hoe beter uit de wege gelegt tot redelijck contentement van mevrouw de landgravin,Ga naar voetnoot19 ende daeraen is mijnheer den prins van Orangie mede gelegen,Ga naar voetnoot20 dat isGa naar voetnoot21 zal meer ombragie geven dan werck vorderen. Zoo diep zie ick in die materie de Vereenigde Nederlanden met Vrancrijck verknocht, waerop veel zoude vallen te discoureren. Die hier regieren hebben lust in 't oorlogh te blijven. Dan zoo den coning van Spaignie tot een lange trefves wilde verstaen, zij zouden het om andere wille niet naelaeten.Ga naar voetnoot22 Maer zulcx en waer voor Swede niet goed.Ga naar voetnoot23 In de ratificatie van den keizer zijn geen defecten;Ga naar voetnoot24 in de Spaensche eenige, maer niet van groote gewicht‹ig›e. Ondertuschen hebben de Fransoisen zonder te verwachten de comste van de andere stenden, gelijck onderling was besproocken, haere propositie gedaen tot de vrede, 'twelck de onzen niet en smaect.Ga naar voetnoot25 Languedoc, Guyenne, Xainctogne maecken spel ende spreecken van eene vergadering van de Staten-Generael van Vrancrijck,Ga naar voetnoot26 'twelck te hove alhier zoo wel smaect als het vorderen van een concilie generael te Rome. 11 Maert 1645. | |
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot uyt Paris, den 11 Martii 1645. |
|