7096. 1644 oktober 15. Aan J. Oxenstierna en J.A. Salvius.Ga naar voetnoot1
7097. [1644] oktober 15. Aan H. Appelboom.Ga naar voetnoot1
Clarissime domine,
Epistolae meae non sunt elaboratae, ut eorum qui suas edere volunt, sed sunt speculum minime mendax et fidei meae in rem Suedicam et amoris candidi erga eos qui nos amant.
Kilonii recuperatio efficiet, ut firmius teneamus oram maritimam.Ga naar voetnoot2 Non miror Batavos a rege Daniae ad pacem conciliandam admitti,Ga naar voetnoot3 cum Wittewittius post magna impendia domum redierit,Ga naar voetnoot4 ne hoc quidem impetrato ut Batavorum mercatorum navibus in Suediam et Suedici imperii loca ire liceat, multaque alia fecit rex Daniae iuri Batavorum adversa, quae cum ipsi dissimulent, ostendunt ad ius suum tuendum aut vires sibi deesse aut animos, quorum utrunque aeque periculosum est. Sunt autem multa nunc in exspectatione: quid Torstensonius contra Galassium,Ga naar voetnoot5 cui Saxonicas copias coniunctas existimo,Ga naar voetnoot6 sit effecturus; quid futurum de Malmuio;Ga naar voetnoot7 quem successum habitura sit nostra clas-
| |
sis tot praesertim ei impositis militibus;Ga naar voetnoot8 tum vero quid decreturi sint, qui nunc coiere, regni Suedici ordines.Ga naar voetnoot9
Res Galliae sicut in CatalaniaGa naar voetnoot10 fuere perquam improsperae, ita bene procedunt in Germania, captis post Magontiacum Binga, Baccheracho, Landavia locisque aliis. Regis Angliae fortuna fit melior, nam et in Scotia viget pars nova pro ipso. Astae arcem cepit princeps Thomas. Gassio multos equites Hispanorum disiecit. Ita miscentur laetis tristia speroque hac rerum vicissitudine usurum Deum, ut bellantium utrique animi ad veram pacem accipiendam flexibiles fiant.
Deus, clarissime domine, Claritati (vestrae) faveat,
Claritati vestrae studiosissimus,
H. Grotius.
| |
Adres: A monsieur/monsieur Appelboom, Suedois, à Amsterdam. Port.
Adres (volgens de uitgave der Epist.): D. Appelboom.
|
-
voetnoot1
- Hs. Stockholm, RA, E 951, coll. J.A. Oxenstierna ser. B II. Eigenh. ondertek. Deze brief aan de Zweedse gevolmachtigden Johan Oxenstierna en Johan Adler Salvius is gelijk aan de nieuwsbrief die Grotius op dezelfde dag aan kanselier Axel Oxenstierna schreef (no. 7095). Gedrukt in Meerman, Epist. (BG no. 1222), p. 217. De tekst is ook bekend van copieën aanwezig te Hamburg, Staats- und Universitätsbibl., Sup. ep. Uffenbachii et Wolfiorum, 42, 150 en 4o 38, 63; te Hannover, Niedersächs. Landesbibl., ms. XII, 746, f. 124; te Kopenhagen, KB, coll. Thott, 504, 2o, p. 311; en te Linköping, Stifts- och Landsbibl., Br. 23, 78 en Br. 24, 105.
-
voetnoot1
- Hs. Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61 A, 59. Eigenh. oorspr. Gedrukt Epist., p. 732 no. 1693. Antw. op no. 7075, beantw. d. no. 7109.
-
voetnoot2
- Ruiters van de Zweedse kolonel Helmut Wrangel hadden het Deens-keizerlijke garnizoen uit de burcht van Kiel gejaagd (Gazette 1644, nos. 124 en 127, dd. 8 en 15 oktober 1644).
-
voetnoot3
- Koning Christiaan IV van Denemarken had op 8 september het bemiddelingsaanbod van de Staatse ambassadeurs dr. Gerard Schaep, Albert Sonck en Joachim Andreae aanvaard.
-
voetnoot4
- De lange wacht van vice-admiraal Witte de With in de wateren van het Skagerrak (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 114-115, p. 124 en p. 174). De Hollandse regenten en kooplieden hadden een daadkrachtiger optreden van de Staatse konvooivloot verwacht en riepen om het hardst dat wederom een zeer ‘schoone occasie’ was verzuimd om orde te stellen op de ‘versekeringh van de veyligheyt en vrijheyt van de scheepvaart en koophandel in d'Oost en Noord-Zee’ (art. 1 van het Zweeds-Staats verdrag van 1/11 september 1640).
-
voetnoot5
- De hoofdmacht van de Zweedse veldmaarschalk Lennart Torstensson volgde het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas, op de voet. Aan de oevers van de Saale, ten noorden van Halle, sloegen de Zweden toe.
-
voetnoot6
- Matthias, graaf Gallas, had na zijn nederlaag bij Halle (29 september) weer de beschutte kwartieren van Bernburg
opgezocht. Hier wachtte hij op de komst van de Saksische lichtingen van de keizerlijke generaal-majoor Adriaen van Enkenfort (Enckevort) (Doc. Boh. VII, p. 142-143 no. 418 en p. 149-150 nos. 432-435, en Gazette 1644, nos. 127 en 130, dd. 15 en 22 oktober 1644).
-
voetnoot7
- De Zweedse veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn hield de omsingeling van Malmö in stand. Het Deense garnizoen slaagde er echter in om de zeekant open te houden voor een reddingsactie. Op 6/16 september maakte koning Christiaan IV in het gezelschap van kroonprins Christiaan de oversteek naar Skåne (Schonen) (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 102-104).
-
voetnoot8
- In de haven van Kalmar wachtten 32 Zweeds-Hollandse oorlogsbodems op een vertreksein van de Zweedse vlootbevelhebber Karl Gustav Wrangel. Op 5/15 oktober lichtten de schepen het anker en zetten langs de kust van Bornholm koers naar Møn (aankomst op 7/17 oktober) (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 585-592, en Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 106 en p. 312).
-
voetnoot9
- De rijksdag werd in Stockholm gehouden. Op 8/18 oktober presenteerde rijkskanselier Axel Oxenstierna de regeringsvoorstellen aan de vier standen (Svenska Riksrådets Protokoll X (1643-1644), p. 641-645).
-
voetnoot10
- Onderstaande berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven, dd. 15 oktober 1644.
|