Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 15

6845. 1644 mei 2. Van G. Keller.¹

Hochedler, gestrenger herr ambassadeur, hochgeneigter herr vnd patron,

Mit unsern tractaten ist es noch das alte schlechte werck. Des Frantzösischen ambass[adeurs] m[onsieu]r de La Tuillerie erwartet man vff morgen alhier.² Der von wegen des königs in Dennemarck alhier noch residirende doctor Langerman³ sagt, schreiben vnd ordre von seinem könig bekommen zu haben, dass er die behueff seiner legation al-

1 Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 12, 101. Eigenh. ondertek. Georg Keller was secretaris van de Zweedse gevolmachtigde Johan Adler Salvius.

2 Gaspard Coignet, sieur de La Thuillery, ordinaris Frans ambassadeur in de Republiek, had op 9 april een aanvang gemaakt met zijn vredesmissie naar de hoven van koning Christiaan IV en koningin Christina van Zweden. Op 18 april arriveerde hij in Munster. In de avond van de 4^de mei maakte hij zijn entree in Osnabrück (Acta pacis Westphalicae; Die kaiserlichen Korrespondenzen I, p. 391, en Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 212).

3 De Hamburgse domdeken Lorenz Langermann verdedigde in Osnabrück de eer van koning Christiaan IV van Denemarken als ‘onpartijdige derde’ (Fridericia, Danmarks ydre politiske historie II, p. 388-389, en Acta pacis Westphalicae; Die kaiserlichen Korrespondenzen I, p. 368).

[p. 375]

hier gebrauchte häuser, annoch, vnd biss auff anderweiten befelch inn behalten solte, dahero etzliche vermeinen, dass der könig sein interesse vielleicht auch vff hiesiger versamblung werde wollen abhandlen lassen.

Das Schwedische manifest ist in Schwedischer sprache zehen bogen lang nunmehr alhier.⁴ In ein tag oder 14 vermeint mann, das Deützsche auch zu haben, uff welchen fall ich mich bemüehen werde mit dem ehisten ein exemplar über zu schaffen.

Aus Callmar in Schweden hat mann vom 6. dieses zeitung,⁵ dass der feldtm[arschall] Horn Landtscrohn, Lunden vnd Helsinburg eingenommen, vnd der general leutenandt Kagge Malmugen vnd Christianstet mit sturmb erobert,⁶ vnd alles wieder gemacht habe, wodurch gantz Schonen in Schwedische devotion gebracht worden, so soll auch eine starcke Schwedische armee offensive gegen Norwegen gangen sein. Ob der könig in Dennemarck mit seiner flotte vff Gottenburg⁷ oder gegen Louis de Guere vnd dessen aus Holland bringende flotte ausgangen, weis mann noch nicht. Von Hamburg wird geschrieben, dass diese schön an der Elbe gesehen worden vnd 3 Dänische schiffe nach Glückstadt uffgejagt haben.⁸ Der königin in Pohlen todt soll schon so viel gewircket haben,⁹ dass alle werbungen verbotten¹⁰ vnd dadurch des general Bauditzen dessein dem könig in Dennemarck eine armee von 12000 mann zu richten, zu nicht gemacht worden.

Nechst trewlichster empfhelung zu göttlichen schutz bin ich vnd verbleibe hiermit,

Ew. Excell. gehorsamber diener,
G. Keller m.pa.

4 Op 19/29 maart hadden de Zweedse rijksraden wederom een poging ondernomen om hun Manifest van 16/26 januari door de Deense blokkaden te loodsen (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 198). Waarschijnlijk lieten zij een schip koers zetten naar de betrekkelijk veilige haven van Kołobrzeg (Kolberg) (no. 6857, en Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 426). De Hamburgse koeriersdienst zorgde voor de verdere verspreiding; zie no. 6843. De Duitse versie kreeg het opschrift: ‘Manifest worinnen die Ursachen erkläret werden welche die Königl. May:tt zu Schweden, etc. Bewogen und genötiget haben einen Krieg zu resolviren ... wider Ihres Vettern und Nachbahrn, König Christians des vierdten zu Dennemarck, etc. Feindtliche und gewaltsahme attentaten. Aus dem Schwedischen ins Teutsche transferiret’ 1644 (Stadtbibliothek Frankfurt am Main, Flugschriftensammlung ‘Discursus politici’, Frankfort 1930, p. 228).

5 Het schip uit Kalmar bracht voor het eerst sinds maanden weer post uit Stockholm aan wal; vgl. Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. 152-159.

6 De Zweedse tijdingen schetsten een te rooskleurig beeld van het verloop van de strijd van veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn en zijn onderbevelhebbers Lars Kagge en Hans Wachtmeister in Skåne (Schonen). Het Deense garnizoen van Landskrona capituleerde pas op 7/17 april. De belegering van de vestingen van Malmö en Kristianstad was nog niet eens ingezet (Oxenst. Skrifter 2. afd., VIII, p. 292-306).

7 Koning Christiaan IV van Denemarken zette aan boord van de ‘Trefoldighed’ koers naar de schans van Älvsborg (ten zuiden van Göteborg).

8 De hulpvloot van Louis de Geer ging voor anker in de Elbe. Het Deense garnizoen van Glückstadt toonde een week later zijn vuurkracht (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 302-303).

9 De Poolse koningin Cecilia Renata van Oostenrijk was op 24 maart 1644 te Vilnius overleden (A.S. Radziwiłł, Memoriale III, p. 168-171).

10 De troepenwervers Christoph Houwald en Wolf Heinrich von Baudissin kregen onvoldoende steun van koning Wladislas IV van Polen (Fridericia, Danmarks ydre politiske historie II, p. 383-384, en Acta pacis Westphalicae; Die kaiserlichen Korrespondenzen I, p. 450).

Osnabrück, den 22. April[is] anno 1644.

Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 19 Maii.