vertreck nae Vlaenderen,Ga naar voetnoot5 maer dat don Jan d'AustriaGa naar voetnoot6 noch niet gereedt en is om derrewaert te gaen bij gebreeck van geldt. De vloodt uyt West-lndië wierdt verwacht. Behalven Alconcel ende Villa Nova de Fresno, bij de Portuguesen becomen in Estremadura, noemen de Fransoysen noch eenige andere cleyne steeden ofte plaetsen als Talaveruela, Abufera, La Torre, Almendral, Feiguera de Vargas ende Cheles.Ga naar voetnoot7
In Italië arbeyd de cardinael BiquiGa naar voetnoot8 om de vrede te maacken tusschen den paus en de ligue op de instructie van Vranckrijck. Hier is ordre gestelt om lichting te doen bij Hamburg, bij Straesburg, in 't landt van Westfaelen ende Luidick.Ga naar voetnoot9 Soowel den prins van Condé als den marescal de Chastillon hebben haer bij den hertoch van Guise verclaert ontschuldich aen de geresene querelle.Ga naar voetnoot10 Daer werdt getracht om deselve te versoenen, maer den hertoch van Guise vereist vooral opening van de reden van de wtdaging,Ga naar voetnoot11 dewelcke monsieur de Coligni om redenen niet en wil bekentmaecken.
Den hoochgemelten prins van Condé op sijn vertreck nae 't hertochdom van Bourgoignië heeft last ontfangen om de staten aldaer te beroepen, geld te vinden, de frontieren te stercken ende de stilstand met het graefschap van Bourgogniën te verlengen.Ga naar voetnoot12 De stadt van Orleans brengt op tweehondertduysent guldens om van het garnisoen ontlast te sijn. In Poictou omtrent Lusignan,Ga naar voetnoot13 oock op andere plaetsen, sijn veel eedelluyden op de been, voorhebbende eenich remuement. Milord Goring heeft sijne entré in dese stadt seer magnifiquelijck gedaen ende heeft een seer favorable audiëntie gehadt bij de conigin-
| |
Bovenaan de copie staat: Paris, den 26 December 1643.
|
-
voetnoot1
- Het origineel dat vermoedelijk weer een copie is van een niet teruggevonden nieuwsbrief aan Nicolaes van Reigersberch dd. 26 december 1643, is verloren. Copie (zonder adres en ondertekening), afkomstig uit de briefwisseling van Grotius met P. Spiring Silvercrona, aanwezig te Stockholm, RA, E 1015 (bijlage bij een brief van P. Spiring Silvercrona aan J. Oxenstierna dd. 8 januari 1644).
-
voetnoot2
- De Zwabisch-Beiers-Lotharingse troepenmacht viel na de capitulatie van Rottweil uiteen. Hertog Karel IV van Lotharingen leidde zijn leger naar de winterkwartieren aan de Saar en de Moezel, hertog Maximiliaan I van Beieren bood het Zwabisch-Beierse leger van François de Mercy en Johan van Werth kwartieren aan in de omgeving van Ulm (Riedlingen en Geislingen an der Steige) en veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen liet de mogelijkheden verkennen om zijn leger van keizerlijke garnizoenssoldaten onder te brengen in Frankenland (H. Lahrkamp, Jan von Werth, p. 138-139).
-
voetnoot3
- Grotius vergist zich in de datum: de Franse onderkoning Philippe, graaf van La Mothe-Houdancourt, erkende het verlies van Monzón pas op 3 december (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 246-247).
-
voetnoot4
- Koning Philips IV van Spanje keerde in februari 1644 terug naar Zaragoza.
-
voetnoot5
- Kort vóór zijn vertrek uit Zaragoza had de Spaanse vorst aan de veldheer Ottavio Piccolomini het bevel over zijn legers in de Zuidelijke Nederlanden toevertrouwd. Ondertussen liet hij naar Manuel de Moura y Corte Real, markies van Castel Rodrigo, de order uitgaan om zich bij de nieuwe bevelhebber te voegen (Correspondance de la Cour d'Espagne; Les affaires des Pays-Bas III, p. 480-483).
-
voetnoot6
- 's Konings natuurlijke zoon Juan José van Oostenrijk was op 18 december voorgedragen voor de opvolging van de uitgebluste Zuidnederlandse gouverneur don Francisco de Melo.
-
voetnoot7
- De Gazette 1643, no. 160, ‘extraordinaire du XXIV décembre’ meldde ‘La prise de la ville de Valverde, et de huit autres places d'importance, dans l'Estremadure’. Voor zover na te gaan betreft het hier de in het zuidwesten van Badajoz gelegen plaatsen: Valverde de Leganés, Talavera la Real, La Albuera, Torre de Miguel Sesmero, Almendral, Alconchel, Higuera de Vargas, Villanueva del Fresno en Cheles.
-
voetnoot8
- Kardinaal Alessandro Bichi genoot internationaal aanzien als bemiddelaar in het conflict dat Odoardo Farnese, hertog van Parma, had laten escaleren tot een oorlog van Venetië, groothertog Ferdinando II van Toscane en Francesco I d'Este, hertog van Modena, tegen de paus.
-
voetnoot9
- In het voorjaar van 1644 stonden de gedeputeerden van de Staten van Luik onder een aantal beperkende voorwaarden Franse troepenlichtingen in hun ‘neutrale’ gebied toe (J. Daris, Histoire du diocèse et de la principauté de Liége I, p. 227-228).
-
voetnoot10
- Het duel dat Maurice, oudste zoon van Gaspard III de Coligny, hertog van Châtillon, op 12 december met Henri II de Lorraine, hertog van Guise, was aangegaan om de eer van Condé's dochter Anne-Geneviève de Bourbon, hertogin van Longue ville, te redden.
-
voetnoot11
- Het Parlement had op 14 december een onderzoek naar de toedracht van het duel gelast. De duellisten hielden zich schuil, de een afwisselend in Meudon en Parijs, de ander, de gewonde Maurice de Coligny, op het landgoed van Henri II de Bourbon, prins van Condé, te Saint-Maur.
-
voetnoot12
- De raadsheren in Spaans Bourgondië hadden al eerder aangedrongen op een wapenstilstand. Aan hun verlangens wilde de Franse regering aandacht schenken op de door de prins van Condé voorgezeten bijeenkomst van de Staten van het hertogdom van Bourgondië.
-
voetnoot13
- Op 15 december hadden edellieden van de Poitou zich te Lusignan verbonden met de ontevredenen uit de andere provincies. Tijdens die bijeenkomst viel het besluit om La Rochelle binnen te vallen (Chéruel, Histoire de France pendant la minorité de Louis XIV I, p. 216-220).
-
voetnoot14
- Op 21 december kreeg de buitengewone Engelse ambassadeur lord George Goring geheel volgens het Franse hofprotocol zijn begeerde audiëntie aan het hof.
-
voetnoot15
- De winter bood de Fransen in Catalonië enig respijt. Het Spaanse leger van don Felipe de Silva zette in mei 1644 de belegering van Lérida in (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 254-260).
-
voetnoot16
- Het ‘hôtel de Soissons’, rue Coquillière te Parijs, het ouderlijk huis van de echtgenote van prins Tommaso Francesco van Savoye, Marie de Bourbon (1606-1692), gravin van Soissons, prinses van Carignano (Tallemant des Réaux I, p. 680). Tijdens zijn verblijf in Parijs kreeg de prins bovendien nog de beschikking over een appartement in het Louvre (Journal d'Olivier Lefèvre d'Ormesson I, p. 133).
|