Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 14
(1993)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd6462. 1643 oktober 5. Van N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Het concept tusschen Hollant ende Zeelant van vierentwintych cruycers in zee te brengen, voor eenygen tijt gemaackt, is nu bij de Staten-Generaels resolutie gearresteert ende het heffen van de middelen tot betalynge van de praemia oock ingewillycht,Ga naar voetnoot2 soodat | |
nu bij placate hetselve eenyder wort bekentgemaeckt.Ga naar voetnoot3 Tot het depescheren van de Engelsche ambassade is oock nu seer groote apparentie,Ga naar voetnoot4 dewijle den Staten-Generael het advis van Hollant sooverre approberen dat in plaetse van eenych schriftelijcke antwoort op de propositie van de heer Boswel gedaenGa naar voetnoot5 ende seer ernstych versocht te geven men den cony[n]ck mondelynge op alles onderrichtynge ende satisfactie sal doen. Op morgen sal Hollant finalijck resolveren ende sal de ambassad(e) geen difficulteyt hebben, indien de provintiën goet connen vinden dat een derde bij de twee genomineerde worde gevoucht, daer Hollant toe is genegen, omdat veele meenen de twee wat veel naer de conynx sijde hellen ende sagen garen het parlament bij sijn recht geconserveert.Ga naar voetnoot6 Tot het faciliteren van dese ambassade heeft niet weynych gecontribueert de opinie die men heeft dat de regierynge in Vranckerijck, volgende de oude maximes van den ouden cardinael,Ga naar voetnoot7 voor de autoriteyt van het parlament mede sal helpen sorgen, omdat sij meenen dat die bij dien conynck nu meest vermogen haer correspondentiën met Spaengien ende de Spaense maximes te seer overeendragen. De aenleydynge die den grave van HarcourtGa naar voetnoot8 nemen sal wort geoordeelt seer bequaem, ende onder last van met dien conynck ende de crone een nader alliantie te tracteren ende ordre op de commerciën ende vrijheyt van de zee te stellen meent men het bequaemste middel wesen sal om tot intercessie te geraecken, die directelijck voorgenomen wordende ter eender off ter ander zijde met cleyne reputatie van die staet affgewesen soude connen worden. Den heer van MathenesGa naar voetnoot9 absenteert noch uyt de vergaderynge van de Generaliteyt, daer Hollant niet sal verstaen dat hij sonder doen van den eedt op de instructie comparere, waerin achthien stemmen eenparych sijn. Tot de Munstersche vergaderynge prepareert men hier alles,Ga naar voetnoot10 maer de maximes daer continueerden tot het oorloch;Ga naar voetnoot11 gelijck die noch schijnen te sijn, mocht wel geen groote vrucht daervan wesen te wachten, waerover ick uEd. gevoelen seer garen bij alle gelegentheyt tot directie van mijn particuliere affairen sal verstaen. Dat het parlamen(t) met de gedeputeerde uyt Schotlant nu t'eenemael was verdra- | |
gen,Ga naar voetnoot12 wil men hier geloven ende dat met het furneren van 600000 guldens 18000 Scotse voetknechten, tweeduysent paerden ende duysent dragonders tegens halff October in Engelant commen. Desen 5 October 1643. | |
Adres: Mijnheer/mijnheer de Groot, raet ende ambassadeur ordinaris van de coniginne ende croone van Sueden bij den alderchristelijcksten conynck. Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 13 Oct. En in dorso: 5 Oct. 1643 N. Reigersberg. |
|