Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13

[p. 453]

5902. 1642 september 30. Aan C. Marin.¹

Monsieur,

J'ay receu la vostre de l'onziesme de Septembre.² Les François après Perpignan ont pris Salce.³

Le cardinal est à Bourbon-Lancy aux bains.⁴ Le roy se faict porter à la chasse autour de cette ville ou guerre loing. Don Melos et le comte d'Harcourt ne font rien, ny aussi les armées au pays de Coulogne. Le parlement non sans contradiction de quelques-uns ont demis les evesques. On se bat par mer et par terre et les romanistes en Irlande ont pris Kinzal et quelques chasteaux. Nous attendons les nouvelles que Sedan aura pris garnison du roy pour rachetter la vie du duc de Boullon et que Torstenson aura receu le renfort et que Coningmarck aura faict encore quelque progres.⁵

Les ambassadeurs de l'electeur de Brandenbourg sont arrivez en Suede,⁶ dont le roy de Poulonge ayant pris de la jalousie a envoyé Bradiser en Danemarq.⁷ Les preliminaires de la paix commancent à revivre, l'empereur y satisfaisant de son costé, mais on n'avoit receu pas encore ce qu'il falloit de l'Espagne.⁸

Je demeure, monsieur,

le vostre.

1 Kladafschrift in copieboek Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 3, p. 69.

2 Marins brief van 11 september ontbreekt.

3 Op 15 september hadden de maarschalken Charles de La Porte, markies van La Meilleraye, en Charles de Schomberg, hertog van Halluin, met de Spaanse gouverneur van Salses een capitulatieovereenkomst gesloten (Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 233-234).

4 Onderstaande berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven van 27 september 1642.

5 De Zweedse hoofdmacht en het expeditieleger van generaal-majoor Hans Christoph, graaf van Königsmarck, leken koers te zetten naar Bohemen.

6 De Brandenburgse gezanten Sigismond von Götze en Gerhard Rumelian Leuchtmar von Kalcheim waren op 9/19 augustus in Stockholm gearriveerd.

7 Wolf Heinrich von Baudissin was sinds 1641 Pools gezant te Kopenhagen.

8 De ratificatie van het Hamburgse preliminaire vredesverdrag van 25 december 1641. Van de Deense koning Christiaan IV vernam de Zweedse ambassadeur Salvius op 23 augustus het nieuws dat keizer Ferdinand III op 22 juli zijn handtekening onder het verdrag had geplaatst (Acta pacis Westphalicae; Die Schwedischen Korrespondenzen I, p. XXIII-XXIV).

30 Septembre.

Bovenaan de copie staat: M. Marin.