Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13

[p. 369]

5835. 1642 augustus 11. Van P. Spiring Silvercrona.¹

Mijnheere,

Voor ditmael valt weinigh t'adviseren. Den bisschop van Wirtsborg is den 30 passato subitelick van den slagh geroert ende weinigh uiren daernae deser werelt overleden.² Jean de Weert staet op sijn vertreck nae 't leger.³ Daertegens sijn de Weymersche 3 mijlen weder hooger opgetrocken.⁴ Hun voornemen sal men met den eersten connen vernemen.

Waermede u. Exc.^tie bevelende in de protectie Gods, verblijve, mijnheere,

u. Exc.^tie dienstwilligste.

1 Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 13, 113. Niet ondertek. De brief is van de hand van Spirings secretaris Pieter Pels.

2 Franz von Hatzfeldt, broer van de keizerlijke veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen, was bisschop van Würzburg en Bamberg 1632/33 - † 30 juli 1642 (NDB VIII, p. 63; Gauchat, Hierarchia catholica IV, p. 109 en p. 201).

3 Op 5 augustus meldde de Beierse generaal Johan van Werth zich in het keizerlijk-Beierse legerkamp van Hatzfeldt en de graaf van Wahl te Zons.

4 Maarschalk Guébriant verplaatste op 7 augustus het Frans-Weimarse legerkamp van Uerdingen naar Holtun ten zuiden van Neuss (Episodes Guébriant, p. 283).

Haage, 11 Augusti 1642.

Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 19 Aug.