Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13

[p. 346]

5814. 1642 juli 28. Van P. Spiring Silvercrona.¹

Mijnheere,

De laeste brieven wt Nurenburg van den 18^e deses brengen mede dat de generael Torstenson in persoone van Glatz,² welcke plaetse hij soude geblocqueert gelaeten hebben, met meerder volcks in 't leger voor Brig was gecomen ende de stadt van diversche batteriën met 120 soo groote als cleine stucken geschuts dede beschieten, ende dat het met deselve op het wterste gecomen was.³ Ondertuschen was den oversten lieutenant Richwolt⁴ met 3000 paerden in Bohemen ingevallen om dat coningrijck onder contributie te brengen, presenterende aen alle degeene die sigh wilden onderstellen, sauveguarde ende protectie, ende daertegens de onwillige te swaerde ende vuyr te besoecken.

Tot Prage werd een lantdag om gelt en volck op te brengen gehouden. Den deputationsdagh tot Franckfort sal op den eerste Augusti sijnen voortgang gewinnen,⁵ sijnde ten dien einde doctor Hebbard, keyserlijck rijckshofraed,⁶ te Mentz al aengecomen.

Wt Ceulen werd geschreven dat den general-major Rose den 19^e deses met ontrent 3000 paerden ende groote meenichte van wagens op- ende nae Duiren getrocken, ende den general Hatzvelt des volgenden daegs met 3000 swaere paerden, 400 dragonners ende ettelicke infanterie, om hem te slaen, gevolgt was.⁷ Hoe sulcks afgeloopen, staet nogh te vernemen.

Waermede verblijve, mijnheere,

u. Exc.^tie dienstwilligste.

1 Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 13, 111. Niet ondertek. De brief is van de hand van Spirings secretaris Pieter Pels.

2 Kłodzko (Glatz) in Silezië.

3 De op 25 juni ingezette belegering van de plaats Brzeg (Brieg) werd op 25 juli opgegeven (Doc. Boh. VI, p. 434 no. 1311).

4 Johan Reichwaldt, luitenant-kolonel, sinds ca. 1643 kolonel in het Zweedse leger. Zijn familie bezat verschillende landgoederen in de Lausitz (Kneschke, Adels-Lexicon VII, p. 425-426).

5 In het afgelopen voorjaar waren vertegenwoordigers van de Duitse keurvorsten voor nader beraad bijeengekomen in Mainz. Hier werd het initiatief genomen om een ‘Deputationstag’ bijeen te roepen (R. v. Kietzell, ‘Der Frankfurter Deputationstag von 1642-1645’, in Nass. Annalen 83(1972), p. 99-119).

6 Bedoeld wordt de keizerlijke hofraad dr. Justus Gebhard (1588-1656); zie O. von Gschliesser, Der Reichshofrat, p. 220-221.

7 Rheinhold von Rosen († 1667), generaal-majoor in het Frans-Weimarse leger (ADB XXIX, p. 197-199). Hij had zijn ruiterij naar Düren gevoerd omdat vermoed werd dat de keizerlijke veldmaarschalk Melchior von Hatzfeldt und Gleichen bezig was een aanval op de stad te beramen (Foerster, Kurfürst Ferdinand von Köln, p. 214).

Haage, 28^e Iulii 1642.