Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13

5580. 1642 [januari 28]. Aan F.R. Mockhel.¹

Monsieur,

Sur les avis, j'ay veu premierement monsieur le comte de Chavigny² et après le roy. Tous

1 Kladafschrift in copieboek Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 3, p. 15. Antw. op no. 5543. De brief volgt in het copieboek op die aan Marin van 28 januari 1642, no. 5579, en is daarom hier op dezelfde datum gesteld.

2 Léon le Bouthillier (1608-1652), graaf van Chavigny, Frans staatssecretaris van buitenlandse zaken.

[p. 62]

deux m'asseurent que monsieur d'Erlach³ a ordre que, quand le marescal Horn⁴ sera sur la frontiere, il face mener le baron de Waert en tel lieu en quoy lesdits marescal et baron conviendront, seulement qu'on a adverti ledit sieur Erlach qu'il ne se deguarnisse pas de l'un sans estre asseuré que l'autre aura aussi liberté en mesme heure.

On luy escrit encore, tellement que je ne doubte nullement de la bonne issue, sitost que le secretaire Snolky⁵ aura achevé ce qui luy a esté permis.

Je demeure, monsieur,

de vostre Seigneurie le tres humble serviteur.

3 Johann Ludwig von Erlach, gouverneur van Breisach.

4 De Zweedse veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn, sinds 1634 in Beierse krijgsgevangenschap verblijvend, stond op het punt aan de Franse grens uitgewisseld te worden tegen de Beierse generaal Johan van Werth.

5 Georg Hansson von Snoilsky, secretaris van veldmaarschalk Horn, bezocht in deze tijd alle betrokken partijen met het doel de uitwisseling te bespoedigen.

Bovenaan de copie staat: M. Mockel.