Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 12
(1986)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5106. 1641 maart 18. Van P. Spiring Silvercrona.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Het principaelste dat ick dese reys u Ex.en te comuniceeren heb, is hetgeene u Ex.en uyt de bijgevoechde copye,Ga naar voetnoot2 soo mij van Brussel geschreven werd, te sien heeft. 't Is waer dat het een twijffelhachtige saeck is, maer nochtans hebbende heden sulcx aen een end'andere in desen staedt gecomuniceert bevond ick de humeuren meest gealtereert, ende het zij nu hoe 't zij, soo dunckt mij naer alle omstandicheden datter evenwel yets aen zijn moet, ende hoewel men bij sulcke geruchten onderwijlen zijn proufijt soeckt te doen, soo can onder dien dexel evenwel altemets yets van seeckerheyt schuylen. Mij sal verlangen hoe u Ex.en de principaelste gemoederen over dit stuck gesondeert hebbende, bevonden sal hebben. Met de ratificatie van de alliantie tuschen de croone Sweden ende desen staedt gemaeckt, | |
is het noch in voorigen terminis.Ga naar voetnoot3 U Ex.en sal ick niet mancqueren te berechten de rapporten die Bureels cousijn,Ga naar voetnoot4 waervan ick voor 8 daegen geschreven, doen sal. Hier is 't anders noch still, alleen dat de Heeren Staeten-Generael het van de burghers tot Ambsterdam affgeschuerde placaet aengaende 't verbott naer Oosten te vaeren wederom publiceeren sullen, doch in andere Forme.Ga naar voetnoot5 Hiermede eyndende, bevelende u Ex.en met desselfs famillie in de genaedige protectie des Hoogsten, ende verblijve, u Excell.en dienst- ende vruntwilligen. | |
Haag, den 18 Maert a.o 1641.
Nu soo daetelijck verstae ick dat bij de Heeren Staeten in plaetse van 't tweede placaet te publiceeren wel yet anders mochte geresolveert werden. | |
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 27 Martii. |
|