Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermdBijlage no. 17 Bij no. 4861
| |
van de Hessische armee te excerceren, aengecomen, d'hartoch van LongevilleGa naar voetnoot8 lach tot Cassel sieck, niet wel connende, wie het schijnt, de swaere lucht des lands verdragen. Aldaer connen sij swaer. gelooven, dat de keysersche het tot een hooftslach sullen laeten comen, aengesien haere armee deur dat groote gebreck van fouragie ende vivres seer versmelten sijnde naer de depositie ende uyt seggen van de gevangene over de 9000 peerden, sedert dat leger tot Fritsslaers gelegen, gestorven ende verlooren gegaen. Soo werd mij oock van goeder hand geschreven, dat den cardinal-infant aen den keyser versocht, dat de voors. heere van Geleen met sijn onderhebbende trouppen tot hem comen ende verblijven mochte, soo lang monsieur du HallierGa naar voetnoot9 bij de Fransche armee in Artois was. |
|