Bijlage no. 15 Bij no. 4827
Bijvoegsel bij een brief van P. Spiring Silvercrona dd. 10 septemberGa naar voetnoot1.
Ceulen den 5:ten 7temb. 1640.
Des eertshertoch LeopoldGa naar voetnoot2 mandementen aen den veldmaerschalck HaetsfeldGa naar voetnoot3 aengaende sijne marsche volgen soo dicht op een ander, dat hij geresolveert is, hoe ongern sulcx geschiet, t'obedieren ende met sijne trouppen naer Staedtbergen te gaen. Maer ick twijffele, off sulcx in de eerste 8 daegen noch geschieden werde, dan hij tegens den tienden alle de Westphalische standen om vanwegen der quartieren ende contributie sich sien te vergelijcken alhier op Ceulen te commen verschreven heeft, indien hij niet eenige trouppen alhier int land om de contributie met gewelt te voorderen, gelijck tot nochtoe geschiet is, soo sal wel weynich meer in cassa commen.
De generael BannierGa naar voetnoot4 hadde den 30. passato dat hooftquartier noch tot Wildungen ende lach sijn volck daer noch ronthom heenen, waerdeur den keyserschen alle proviandt van Paterborn ende uyt Hessen affgesneden is, welck groot gebreck bij de keysersche veroorsaeckte. De gevangenen refereerden, dat sij in 5 daegen geen brood gehad hadden. Men meynde dat PicolominiGa naar voetnoot5 eyntelijck daerdeur genootsaeckt sijn uyt desperaetheyt te slaen ofte met groot hazard eene retirade nemen.
Den veldmaerschalck WaalGa naar voetnoot6 was wel belast den pas tuschen Paterborn ende dat keysersche leger open te houden, maer bevond sich veel te swaack daertoe. Sijn hem jongst 6 comp.en ruyteren, soo om te recognosceren uytgesonden waeren, afgeslaegen worden, datter maer 15 sich binnen Paeterborn geretireert hadden; dieswegen men seer naer de comste van Haetsfelde verlangde. Bij mijne voorgaende is geadviseert, hoe bij Hogst op den Meyn een corps d'armee geformeert wierde. Men meent vastelijck, dat sij tsaemen 10000 mannen sullen sterck wesen. Men can noch ni(et) weeten, waertoe men se employeren werde.
Uyt Fran(ck)fort werd van den derden deses geschreven, dat tot Griesheym een leger soude afgesteecken werden. Sij huysen om Franckfort gants leelijcken, al ist dat de stadt hen alles om geld volgen laet, doch die vivres niet in sulcker abondantie als van hu(n) begert werdt.
Met brieven van den 29. passato uyt Regenspurch schrijft men mij, dat sijne keyserlijcke May.t de propositie hadde doen uytstellen tot op den 15.ten deses; andere melden