Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4978. 1640 december 17. Van P. Spiring SilvercronaGa naar voetnoot1.Mijnheer, Mij is nu wederom wel geworden u Ex.tz seer waerden ende hoochaengenaemen van den 8ten deserGa naar voetnoot2; bedancke u Ex.tz ten alderhoogsten voor de goede comuniceringe. Daerentegens heb ick 't geene sedert mijn jongsteGa naar voetnoot3 voorgevallen is volgens mijn schuldige plicht u Ex.tz te comuniceeren geenen omganck neemen willen. Als verstae ick, dat de heeren ambassadeursGa naar voetnoot4 de tractaeten tuschen de croone Sweden ende desen staedt gemaeckt aen de provintie van Hollandt geopent hebben, welcke tractaeten van deselve provintie geapprobeert ende vandaech ter Generaliteyt om de ratificatie met eenst te versoecken gebracht worden sijn, die aldaer bij verscheyde provintiën gediffigulteert werden, ende is van deselve respijt begeert om haerer principaelen advys eerst te moogen hebben. Doch diesniettegenstaende meent men evenwel de ratificatie met eersten oock geapprobeert sal werden. | |
Ick twijffele niet off u Ex.tz sal yet verstaen hebben van de mariage tuschen den jonge prince van OragneGa naar voetnoot5 ende een princessin in Engelland; off het d'oudste ofte jongsteGa naar voetnoot6 is, weet men noch niet wel, 'twelck, naer ick hoore, soo verre gecoomen is, dat den coninck van Engellandt selven aen sijn Hooch.t geschreven ende begeert heeft eenige der principaelste persoonen deses lands derwaerts te senden, om het werck op 't spoedigste te bevorderen helpen. Welck schrijven zijn Hooch.t den heere president van de Staeten-GeneraelGa naar voetnoot7 vertoont ende derselver consent hierover begert heeft. Waerop, soo men uytgeeft, geconsenteert is, als ambassadeurs den heeren Aertzen ende BrederodeGa naar voetnoot8 naer Engellandt ende den heere Van BeverwertGa naar voetnoot9 naer Vranckrijck, om sijne May.t advertentie van dese saecke te doen, te senden. Veele houden dese mariage tot 's lands besten, principaelijck terwijlen dese princessin in de gereformeerde religie opgevoedt is, ende bovendien, sou soo van den coninck als van desselfs gemahlin in Engelland belieft worden sijn, gemelte princessin herwaerts nae dese Nederlanden over te senden om hier voorts opgevoedt te worden. Andere meenen sijne Hooch.t soecke daerdoor sijnen voet wat vaster te setten. Nu desen avond word mij van 4 gedeputteerden der Staeten-Generael dese mariagies handelinge genoteert, om het metten eersten onser genaedigste coninginne te notificeeren. Wat men uyt Duytslandt nu hier heeft can u Ex.tz uyt bijgaender copyGa naar voetnoot10 neemen. Eyndende bevele u Ex.tz met desselfs famille in de genaedige protectie des hoogsten ende verblijve ick naer mijner gedienstige gebiednissen u Excell.tz dienstbereytwilligen. | |
Haagh, 17 Decemb. 1640. | |
Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 26 Dec. |
|