Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4939. 1640 november 22. Van P. PelsGa naar voetnoot1.Mijnheer, U Ex. hebbe ick vor 8 daegen lest geschrevenGa naar voetnoot2. Ick en hebbe sedert van hove in 't minste niet vernommen, alleen dat den coningGa naar voetnoot3 van sijne passiën wederomme gebettert is, gaet, staet en rijdt weder te paerde, daerentegens is den churvorst van BrandenborghGa naar voetnoot4 seer indispos aen de waetersucht. Den gemeynen roep gaet, datter een hauwelijck getracteert wort tuschen prins CasimirGa naar voetnoot5 met het autste fräleyn LouiseGa naar voetnoot6. Den general ArnemGa naar voetnoot7, naerdat hij neffens den oversten CrackauwGa naar voetnoot8 tot Coningsbergen bij den churvorst audiëncie gehadt, is tot Fiserhaussen kranck geworden, Crackauw is hierdor gepasseert en hem opentlijck laeten verleuyden in bestallinge van kriegsexpedicie te wessen en dat men int korte sien sall, waerop het gemunt is. Den oversten BottGa naar voetnoot9, die vor 2 jaeren den invall in Lijfflandt gedaen, haut hem hier op geaccompagn.t met GordonGa naar voetnoot10, die Wallesten heft ommegebracht. De stadt is van diverse plaetsen gewarschaut goede wacht te hauden. Op den landtdagh tot Connixbergh daer sijn de stenden oneenigh, den adell en ritterschap sauden den toll well consenteeren, maer de steeden sijn volkommen daertegens als strijdende tegens haere privilegiën; presenteren eenige imposiciën op de houven lands met eenige accijs op de bieren, begeeren den toll niet alleen gecasseert, maer ooc die sulcken administreren affgeschaft; bayde partijen sijn d'accort en begeeren, dat men aen die van de gereformerde religie tot geene honorable en publicke diensten en sall admitteren. Mij dunckt dor haere confusie dat de straffe rijp is omme dor orloghe overvallen te worden, want de donckere wolcken laeten hun van veele plaetsen sien. Hiermede, mijnheer, u Ex. willige diener
| |
Danswick, 22. 9br. S.N. 1640. | |
Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 26 Dec. En in dorso: 22 Nov. 1640, Pels. |
|