Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4817. 1640 september 3. Van P. Spiring SilvercronaGa naar voetnoot1.Mijnheer, U Excellentzie hooch aengenaemen ende seer waerden van den 25 passatoGa naar voetnoot2 is mij ultimo selviges wel geworden; bedancke mij ten hoogsten voor de geduyrende goede comunicatie. Wat ick daerentegens volgens mijn plicht u Excell.tz te comuniceren heb, sal hiernaevolgends te vernemen sijn. Alhoewel mij een tijdinge aenvang. seer vreemd voorgecommen, jae so vreembd, dat deselve ick niet aennemen conde, soo is doch eyndelijck de confirmatie van alle canten gecommen ende alsoo heel pub. geworden, als dat haer May.t d'oude coninginGa naar voetnoot3, sijns conig. May.t Gustavi Adolphi onsterflijcker memorieGa naar voetnoot4 achterlaetene weduwe, sich den 22 July st. v. naer een lang gepractiseerden vond heymelijcken met maer 3 à 4 persoonen op eenen Dänischen boyaert begeven ende daermede naer Dennemarcken geseylt, ende wierden in zee van 3 Dänische oorloochscheepen gesalveert ende geconvoyeert tot naer Coppenhagen toe. Wat hieruyt ontstaen wirdt sal den tijt ons leeren. Van de heeren ambassadeurs in SwedenGa naar voetnoot5 verneme ick, dat deselve weynich geproponeert hebben, haer simpelijcken beclaecht over de verhooginge der tollen in den Zont, die zijn conig. May.tt in Dennemarken is nemende, alsoock over eenige cleyne iniuriën, die zijn geleden, laeten haer niet uyt daertegens yet in 't werck te rechten, alsoo dat allem aensien naer deselve een coorte expeditie sullen becommen, maer met wat vruchten, is mij noch onbekendt. Met sijn Hooch.t den heere prince van Orangië is het noch als voor 8 daegen u. Ex.tz geadviseert hebbeGa naar voetnoot6. In Duytsland schijnt het niet qualijck te gaen, aengesien het sich tot een combat aenlaeten wil, daertoe sijn Excell.tz den heer general BannierGa naar voetnoot7 eenige advantage soude hebben becommen gelijck u Ex.tz in hier bijgaender copie uyt CeulenGa naar voetnoot8 sal gelieven te sien. | |
Waermede sal eyndigen u Excell.tz in de protectie des allmogenden bevelen, ende naer vrundligster saluteringe verblijve u Excell.tz dienst- ende vrundtw. | |
Haagh, den 3 septemb. 1640. | |
Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 12 Sept. |
|