Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4752. 1640 juli 26. Van P. Spiring SilvercronaGa naar voetnoot1.Mijnheer, U Excell.tz hoochaengenaeme comunicatieGa naar voetnoot2 hebbe ick den 14 deser wel ontfangen, voor dewelcke ick mij hoochelijcken bedancke. Wat daerentegens men in Duytsland heeft is weynich schrijffwurdichs, alsoo men hoort, dat die met sijn Excell.tz den heer BannierGa naar voetnoot3 geconiungeerde armeën weder gesepareert sijn, ende den heer Bannier met sijn armee ontrent Mühlhausen, de Hessische armee op haere frontieren, die Lunenborgische oock op hunne frontieren ende de Wijmaersche in de Wetterauw om haer wat te ververschen sijn gegaen, alsoo dat soo haest daer niet notabels sal te vernemen sijn. De heeren ambassadeurs naer SwedenGa naar voetnoot4 gaende hebben onderwegs wel gesocht de saecken van Dennemarcken door eenige voorsten ende heeren bij te leggen, maer alsoo deselve insonderheit van den voorst van HolsteynGa naar voetnoot5 meer disreputeerlijck als reputeerlijck sijn beiegent, hebben sij niets rechten connen. Waerdoor den heer Boreel uyt sijn eygen movement sijnen broeder den advocaet BoreelGa naar voetnoot6 tot Hamburch geseth heeft, die op dese saecke soude passen ende aen haer Ho. Mo. alsoock aen de heeren ambassadeurs van alles advertentie doen, 't welck van haer Ho. Mo. niet wel wort opgenomen ende sijn haer Ho. Mo. besich met hunne instructie te examineren; hoe sulcx afloopen wert, moet men verwachten. Haere instructie, soo veel ick verneme, is maer in 't generael ende niet royael, alsoo dat ick presumere, indien sij geen naerdere instructie en crijgen, dat sij weynich, ja niets sullen effectueren; waermede sal eyndigen ende u Ex. in die protectie des allmogenden troulijcken bevelen ende verblijve u Excell.tz dienst- ende vruntwilligen
| |
's-Gravenhaag, den 26 July 1640. | |
Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 24 IulyGa naar voetnoot7. |
|