Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4680. 1640 juni 7. Van P. Spiring SilvercronaGa naar voetnoot1.Mijnheer, U Excellentz hooch aengenaeme comunicatie voor dewelcke ick mij hoochelijcken | |
bedancke is mij wederom wel ter handt gestooten. Dat ick u Excellentz verleeden maendach niet geschreven, is eensdeels d'oorsaecke dat van huys hebbe geweest, anderendeels wegens mancquement schrijffwurdiger materiën. Maer synd en maendach heeft het sich alsoo gepresenteert, dat de materiën in hier bijgaenden copyenGa naar voetnoot2 uyt Poomern ende Hamburch van meerder importantie seer lieffelijck ende aengenaem te hooren sijn, alsoo dat niet hebb willen voorbijgaen u Excellentz deselve gedienstich te comuniceeren. Godt almachtich verleene sijner Excellentz BannierGa naar voetnoot3 in sijnen tegenwoordigen hoochwittigen desseynen alls geluck ende voorspoet, in welckers protectie ick u Excellentz ben bevelende, verblijvende ondertuschen u Excellentz dienst- ende vruntwilligen
| |
's-Gravenhaag, 7 Juny 1640. | |
Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 21. |