Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4616. [1640 april 23]. Van Maria van ReigersberchGa naar voetnoot1.Den brief aan de Koninginne van BohemenGa naar voetnoot2 heb ik haar zelve zaturdag gegeven. Zy hadde ook brieven van den KeurvorstGa naar voetnoot3 ontfangen, waar by hy zich zeer van U E. bedankt. De Koninginne heeft my gebeden, dat ik U E. zoude van harent wegen groeten en bedanken, zoo doet ook de Princesse ElisabetGa naar voetnoot4, verzoekende beide, dat U E. myn Heer den Keurvorst in alles gelieft behulpelyk te zyn, dat gy hem ook wilt helpen raden, wat hy behoort te doen. Daarenboven bid de Koninginne, en de Princesse, dat gy de moeite gelieft te nemen om te schryven, aan den Aartsbisschop van KantelbergGa naar voetnoot5 met goeden inkt, en met goede redenen, gelyk gy dat wel zult konnen doen, den Bisschop radende, dat het voor hem en het Ryk dienstig is, dat de genen, die zyne vyanden zyn, zien, dat hy niet meer voor Spanje is, dan hy behoort te zyn, en dat hy geen andere inzichten heeft, dan de getrouwheit, die hy schuldig is: ook dat zyn oogmerk niet is de Paapsche Religie in Engelandt in te voeren, gelyk velen uitstroien. 't Is waar, dat de Koninginne veel vrinden in Engelandt heeft, en die ziende, dat de Aartsbisschop het voor haar zoude willen doen, zouden misschien helpen, dat de zaken van Schotlandt een geheel andere cours zouden nemen, dan zy nu doen. In somma U E. moet den Aartsbisschop, zoo het mogelyk is, doen verstaan, dat het voor zyn verzekering nodig is. De Princesse heeft my gezeid wel te weten, dat U E. zeer veel credyts by den Aartsbisschop heeft, en dat zy wel weet, dat de Bisschop meer door uwe recommandatie met reden bekleet zal doen, dan voor iemant anders. Ik bidde U E. doe al wat gy kond, gy zult een goet werk doen. Zy vrezen dat Vrankryk niet licht van Beieren zal zyn te trekken, immers niet voor zoo veel als de keur belangt; en gelooven wel, dat zy den Keurvorst wel eenigzins zouden willen stellen in eenige plaatsen van zyn Landt, als zy daar mede te vreden waren. Doch de Keurvorst kan dat wel krygen uit de handen, daar het nu in is. |
|