Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4542. 1640 maart 3. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijnheer, Tegen de droefheit, die ons beide in 't verlies van soo lieve personen is overgecomenGa naar voetnoot2, is geen anderen raed danGa naar voetnoot3 Godes wille patiëntelijck aen te nemen ende 'tselve te gebruicken tot ons beste. De nieuwe lichtinge geeft apparentie, dat den coninck de saecke van Luydick ernstelijck wil bij de hant nemen ende vanhier oock de wegh derrewaert soecken. 't Is seer goed, dat de landgravinGa naar voetnoot4 weder aen werck comt, heeft haer niet verder verbonden als soo lang Swede in oorlogh sal sijn. | |
Ick en can niet geloven, dat dieghene, die Vrancrijck regieren, lust hebben tot vrede. Waertoe de humeuren van Swede sullen gaen, sullen wij verstaen op het einde van den rijcxdagh, die nu werdt gehouden. Den heer van SomerdijckGa naar voetnoot5 schijnt niet, dat iet anders sal crijgen als woorden. Ende wat operatie de Spaensche ambassade in EngellantGa naar voetnoot6 sal doen, moeten wij verwachten. Veele in 't hof van Engellant soecken den coning van Groot-Bretaigne te disponeren om de Schotten wat toe te geven, 'twelck niet quaed en waer, soo het niet op Vrancrijck werde aengelegt, 'twelck met alle manieren dient voorcomen. Wij hebben hier twee princen van diverse fortuine. Prins CasimirGa naar voetnoot7 is in de nacht nae Saterdagh door mijnheer den ambassadeur van PolenGa naar voetnoot8 gehaelt geweest uit het Bois de Vincenne, naedat weinigh tevoren het accord tusschen denselve ambassadeur ende mijnheer de ChavignyGa naar voetnoot9 was gemaect lopende daerop, dat den heer ambassadeur soowel als den prins Casimir belooft hebben, dat de belofte gedaen bij den coninc van Polen ende de stenden, die geseit wierd niet gedaen ofte geapprobeert te sijn, in volle dagvaert sal werden geratificeert op de naeste daghvaert. Den hoochgemelte prins Casimir werdt nu bij ordre van den conincGa naar voetnoot10 gevisiteert bij alle princen; oock vanwegen de princessen; gaet den coninck begroeten ende sal daernae op 's conincx costen werden getracteert ende vertrecken oft met den ambassadeur nae Polen ofte, soo andere seggen, nae Rome om den paus te bedancken van sijne intercessie. Dit gaet wel voor die zijde. Maer mijnheer den churfürstGa naar voetnoot11, sedert dat het gerucht hier is geweest, dat de coninginne van Swede voor sijne Doorluchticheit had geschreven, is strenger als tevoren bewaect geweest, soodat de zijnen, die hier sijn te Parijs geene tijding van sijne Doorluchticheit hebben connen becomen. Dynxdagh laestleden heb ick becomen bij den coninck - die lang van de jicht is gequelt geweest - de audiëntie veertien dagen lang verzocht ende al bijgebracht, dat conde dienen om sijne Maiesteit te connen bewegen tot compassie. Den coninck heeft geseit alle mijne redenen wel verstaen te hebben ende dat hij oock letten soude op den briefGa naar voetnoot12, die ick sijne Majesteit gaf vanwegen onse coninginne. God geve ons goed succes. Maer de groote precysheit van Vrancrijck, die niet en wil schijnen gedrongen te sijn door vrese van de wapenen van Engellant, ende van Engellant, die niet wil geperst sijn tot eenigh tractaet door de detentie van den churfürst, geven ons in dit stuck groot beletsel. De Spaegnaerden sijn op de grentzen in de voorhael hebbende eenige casteelen ende forten overrompelt bij Hesdin ende bij Dourlans. Dit sal oorsaeck sijn, dat de Fransoisen oock haest haer sullen moeten reppen. Monsieur de FeuquièreGa naar voetnoot13 sal wederom employ crijgen in 't graefschap van Bourgogne met beter geluck als voor dese, soo 't sijne E. gaet nae mijne wensch. Duitschlant ende d' Elsas sullen dit jaer te lijden hebben. GleenGa naar voetnoot14 is bij Würtzburg. Bij Constance is veel volcx ende groote magazijn van vivres. GalasGa naar voetnoot15 comt oock daernae toe door de Grisons met eenige trouppes. 't Spaensche volck, dat geweest is bij Salza, gaet nae | |
Italië ende soo daer de trefves gemaect is ofte gemaect werdt, sal onder don MeloGa naar voetnoot16 mede gaen nae Duitschlant. De Grisons sien nu, wat sij gedaen hebben, als sij de Spaensche zijde soo heet hebben aengenomen ende de Fransoisen voor langen tijdt gemaect met haer irreconciliabel. Want de regiering te Insprug wilt nu onder pretext van de clausule gestelt in het tractaet van MilaenGa naar voetnoot17, als dat het recht van het huis van Oostenrijck in de Grisons soude onvercort blijven, ophaelende eenige oude pretensiën, den eedt ende appellatie hebben van de tien droictures ofte bailiage, een groot deel van de Grisons. De protestanten belast uit de Valtoline te trecken connen quaelijck eenige plaetse vinden van retraicte. De werelt werdt haer te naeuw. In Switserlant blijft de verdeeltheit, doch die van Lucerne hebben beter gedaen dan men gemeent heeft, settende AmrynGa naar voetnoot18 ende sijn broederGa naar voetnoot19 uit den raed van haere stadt ende thuis wesende haer regiment, 'twelck sij uit den dienst van mevrouw van SavoieGa naar voetnoot20 in den dienst van de broeders van SavoieGa naar voetnoot21 hadden gebracht, ten tijde als Turijn wierd ingenomen. In Italië is niet alleen vrese voor den TurckGa naar voetnoot22, maer oock van inlandsche beroerte, alsoo den prince de SensGa naar voetnoot23 onthooft te Naples ende veele gevangenen beschuldight werden van een conspiratie voorgehadt te hebben in het rijck van Napels, beled door het beleit van Vrancrijck ende van den cardinael Antonio BarbarinoGa naar voetnoot24, dewelcke de interessen van Vrancrijck soo seer aenneemt, dat hij onlancx daerover met den cardinael Francisco BarbarinoGa naar voetnoot25 in harde woorden vallende ter dier oorsaecke datelijck die coets heeft verlaeten met hooge woorden ende gegaen in de zijne. Den paus om dese ende andere redenen licht tienduisent man te voet, tweeduisent te paerd. Venegiën, Mantua, Parma, doen oock groote lichting. Den Turck werdt soowel in Polen als in Italië gevreest, alsoo men niet en weet, waer die groote preparaten te landt ende ter zee heen willen. Die van Venegië selve sijn niet heel gerust alsoo den nieuwen cahimachamGa naar voetnoot26 te Constantinople - want den voorgaendeGa naar voetnoot27 is door last van den Grooten Heer geworght, omdat hij te veel gelds had - haer nieuwe vrese aenjaecht apparentelijck om mede haer veel gelds af te perssen, gelijck de voorgaende heeft gedaen. Mijnheer den cardinael de Richelieu heeft eenige van sijne dienaers afgestelt, die sijn blancs-signez tot haer proffijt, meest door paspoorten, misbruict hadden. De Spaignaerden hebben Alshem weder becomen ende de Beyerschen eenige plaetsen, die ConingsmarckGa naar voetnoot28 in Franckenlant ende Misne had becomen. Van d'heer BannierGa naar voetnoot29 loopen de geruchten hier verscheidentlijck, waervan wij de seeckerheit van Hamburg, Colen ende andere plaetsen moeten verwachten. Tot Parijs, den 3 martij. | |
Men hout het daervoor, dat monsieur de Chavigny ende BellièvreGa naar voetnoot30, als die laest geweest sijn bij den churfürst, aen deselve de vrijheit hebben gepresenteert, mids belovende uit Vrancrijck niet te vertrecken sonder conings oorlof. Engelant begeert sijne volle vrijheit. Wat sijne Doorl. hierop sal willen doen, connen wij niet weten, alsoo deselve naeuw bewaect werdt. Wij verstaen, dat de Duinker[k]sche vloot geconvoyeert werdt bij eenige Engelsche schepen; dat uit Malaga ende Carthagena mede eenige soldaten gaan nae Italië, alwaer Casal ende 't casteel van Thurijn peryckel sullen loopen, soo sulcx door geen tresves en werdt voorcomen; dat in Portugal vlooten gereedt gemaect werden om te gaen tegen de Hollanders nae Brasyl ende Ceilon; dat ontrent sesduisent Spaignaerden zijn bij Hesdin; dat eenige gaen onder FuentesGa naar voetnoot31 nae Artois, onder den colonel BeckGa naar voetnoot32 nae Lutzenburg, FontaineGa naar voetnoot33 blijvende op de actiën van de Hollanders te letten. Den paus wil geen bisschoppen bevestigen dan van welcker leven de informatie bij de nonces is genomen. De conspiratie te Napels is ontdeckt geweest [bij den her]togh van ParmaGa naar voetnoot34. De vloot die in Vrancrijck werdt toegemaect soude daertoe gedient hebben. In Normandië bij.......Ga naar voetnoot35. Men spreect van twaelffduisent man van hier nae Italië te senden onder den eertsbisschop van BourdeauxGa naar voetnoot36 ende den grave van AlaisGa naar voetnoot37. | |
Adres (boven aan de brief): Mijnheer mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant. Op het tweede blad schreef Van Reigersberch in margine: Broeder de Groot, den 3 Martij 1640 uyt Parijs. Prins Palatijn. Prins Casemir. |
|