Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4520. 1640 februari 20. Van P. Spiring SilvercronaGa naar voetnoot1.Mijnheer, U Excellentz hooch aengenaemen van den 11.Ga naar voetnoot2 is mij den 19 deses wel behandicht worden; voor deselve seer werde comunicatie doe mij hoochelijcken bedancken. Tsedert mijnen laetstenGa naar voetnoot3 is hier weynich ofte niet schrijvenswurdiges passerende ende uyt Duytslandt is mij oock anders niet toecomen als hetgeene mij uyt Poomeren geschreven wordt, twelck soo weynich als het ick niet voorbij gaen willen u Excell. copiamGa naar voetnoot4 daervan te oversenden. Eyndigende ben u Excell. in de protectie des allmogenden trouwlijcken bevelende ende verblijve, U Excellentzie dienst- ende vruntwilligen
| |
's-Gravenhaagh, 20 Februarij 1640.
P.S. Van het accord tuschen sijn churf. Doorlucht. van ColnGa naar voetnoot5 en de stadt van Luyck ende hoort men noch gants niet. | |
Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 1 Martij. |