Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 10
(1976)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4433. [1639 december 17]. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot6.Mijnheer, Ick en soude niet gelooft hebben, dat de Duinkerckers nae soo grooten verswacking van de macht van Spaignië, soo haest souden haerselve in posture gestelt hebben, om ter zee soo notable schade te connen doen ende dat aen de zijde van Hollant soo traechelijck daertegen soude werden versien. Dat in Brasyl goed devoir geschiet, is dienstigh voor de gemeene saecke. UE. consideratie op het stuck van de Wymarsche armée ende steden zijn goed. Wat de landgravinGa naar voetnoot7 sal doen willen, is onseecker, soo lang wij gheen advys en hebben uit Swede, te meer alsoo den hertogh van LunenburgGa naar voetnoot8 'tsij geoffenseert sijnde door de detentie van den palsgraefGa naar voetnoot9, 'tsij omdat hij sich siet verlost van de vrese van PiccolominiGa naar voetnoot10, begint te aerselen. Monsieur d'EstradeGa naar voetnoot11 is hier aengenaem, soodat voor hem de apparentie om ambassadeur te werden niet quaed en is. RagoskyGa naar voetnoot12 gaet seer dobbel ende nae 't exempel van sijne voorgangers let op alle occasiën om sijn voordeel te doen bij 't hoff van Wenen ofte bij 't hoff van Constantinoplen, met oorlogh ofte met handeling. Ende 't schijnt den Grooten HeerGa naar voetnoot13 sijne macht ter zee wil gebruicken ontrent Italië ende daerom op andere plaetsen sich stil houden. Een persoon als mijnheer HagaGa naar voetnoot14 soude in desen tijd grooten dienst hebben connen doen. | |
Dat de Hollandsche catholycquen toegelaten werdt haere kinderen in het gebiet van den coninc van SpaigniëGa naar voetnoot1 op te doen brengen, geeft mij vremd, alsoock dat men niet en can ofte wil beletten het incomen van geestelijcke uit vijantlijcke landen. Van de dispensatie van den eedt is soo heid (?) niet als men seit ende daerom hebben de roomsch catholycken in Engellant den eedt niet willen doen. Dat in (de) Vereenichde Nederlanden de roomsch catholijcken van tijd tot tijd stercker sullen werden, houde ick voor seecker, aengesien de menigte van de andere secten veelen darrewaert drijft, daer sij beter eenicheit sien ende de predicanten van de publycke kercken veel sijn ignorant, opiniastre ende dwerschdrijvers tegen de magistraten. De misverstanden tusschen Engellant ende Schotlant bersten sooverre uit, dat de saeck schijnt te loopen tot nieuwe hostiliteiten. Hoeverre nu haer andere princen ende potentaten daermede sullen goedvinden ten eenre ofte ten andere zijde te mengen, sal te sien staen. Hetgunt de Hollanders tegen de Spaensche oft de Engelsche rede hebben gedaen, meene ick, dat gedissimuleert sal werden ende garen aengenomen d'excuse, dat de Spaensche de eerste hostiliteit hebben gepleecht, hoewel daerop, als men wilde, wat te seggen soude vallen. Mijnheer den prins van OrangiëGa naar voetnoot2 soeckt geen slechte compères. Die meuterie tot Vlissingen ende het ontcomen van de schuldigen soude wel occasie connen geven aen anderen, om van gelijcke te doen, tot merckelijcke verswacking van den staet, dewijle men deselve met questiën van presceantie ende egaliteit met de coningen soeckt te onderstutten. Van Rotterdam wete ick niet, off ons veel goeds te hoopen staet ende gelove, dat daer boeverie onder schuilt, die mijn huisvrouw niet en verstaet. Ick hoop de vrunden dat siende haer ten beste sullen raden; dat is, dat zij t'huis comt. Van de saecken van mijnheer den churfürstGa naar voetnoot3 sullen wij haest weten, wat te wachten staet, wanneer mijnheer den graef van LicesterGa naar voetnoot4 de versochte audiëntie sal hebben becomen ende d'heer WindebanckGa naar voetnoot5 den brief van sijnen coninckGa naar voetnoot6 aen den coninck alhierGa naar voetnoot7 sal hebben overgelevert. Middelertijdt gaet mijnheer den churfürst bijwijlen wel vergeselschapt wandelen. De heeren broeders, die hier sijnGa naar voetnoot8, sijn andermael geweest bij Sijne Doorluchticheit ende een edelmanGa naar voetnoot9, uitgelaeten door oorsaeck van sieckte, die met Sijne Doorluchticheit was in de gevanckenisse geweest. De saecken van den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot10 met het Wymaersche leger, 'twelck meer ende meer verloopt, connen niet veel uitrechten, sijnde met groote schade verdreven uit de Ringauw ende haere retraicte genomen hebbende on- | |
trent Metz, hebbende drie legers tegen haer, van GleenGa naar voetnoot1, BetzGa naar voetnoot2 ende den hertogh van LorraineGa naar voetnoot3, uit Nederlant merckelick versterckt. Evenwel werdt hier publiceert, dat de Fransoisen meesters sijn van den heelen Pals, uitgenomen Franckendael, ende dat alle de plaetsen aldaer den eedt aen Vrancrijck hebben gedaen. Aen den hertogh van Lorraine is gepresenteert restitutie van sijne goederen, midts dat den coninck met sijn consent soude inhouden Stenai, Jamais ende Clermont voor altijd, Nancy ende Lamotte tot den tijd van de paix, als wanneer de nieuwe fortificatiën soude werden weghgenomen. Dan denselven hertogh is soo slecht niet, dat hij op soodaenige voorslaegen sonder den keiserGa naar voetnoot4 ende Spaignië soude willen handelen. Monsieur d'HarcourtGa naar voetnoot5 versoect versterckt te werden, om het casteel van Thurijn, dat bij de vijanden omsingelt is, te ontzetten. Men spreect daer veel van trefves. De questie met Rome slijt ende daerbij comende iet, dat mijnheer den cardinaelGa naar voetnoot6 van Rome begeert ende door goede woorden niet en heeft connen becomen, is door monsieur de BerliseGa naar voetnoot7, conducteur van de ambassadeur[s], den nuntiusGa naar voetnoot8 aengeseit, alsoo hij was als extraordinaris gesonden ende sijne affairen had uitgerecht, dat den coninc hem niet verder als nuntius en wilde kennen. Ten selven tijdt was een huyssier van 't parlement gereedt om aen den nuntius te doen weten, dat het parlement hadde geordonneert, dat voortaen de informatie van 't leven van de personen genomineert bij den coninck tot de bisdommen niet als lang voor desen was ingecropen voor de nuntiis, maer voor de bisschoppen van deselve quartieren sal geschieden, waerdoor den pausGa naar voetnoot9 werdt gedreigt, ende getoont, dat men hier middel heeft catholyck blijvende sijne macht te minderen nae den oorboir. De partije van de boeren, genaemt Barrevoeters ofte Nudepieds verheft sich in Périgort ende blijft noch, niettegenstaende de ontfangen nederlage, ontrent Avrenches, meest bij de berg van St. Michel. Den cancellier van VrancrijckGa naar voetnoot10, eenige raeden ende requestmeesters gaen nae Normandië om hier te informeren op de naelaeticheit, die bij 't parlement ende magistraten van Rouen, als oock bij de magistraten van Caen werdt geseit gepleecht te sijn in 't begin van de seditiën aldaer ontstaen, alsoock op de correspondentie, die men seit in die quartieren geweest te sijn met de Spaensche vloot. Hieruit soect men te vinden 'tgunt te cort comt aen veele nieuwe impositiën, alsoock uit de munten, contributie van de geestelijckheit ende vermeerdering van 't getal van veele bedienaers van justitie, politie ende diergelijcke. Mevrouw de landgravin doet hier solliciteren om gelt, 'twelck gereedt sal sijn wanneer Haere Fürstelijcke Genade sal doen acten van hostiliteit. | |
Colonel CoolhasGa naar voetnoot1, hier gecomen sijnde, siet dat de Fransoisen Kintzen met gewelt aen de Wymarschen hebben benomen seggende, dat den coninck alleen de directeur is. Seit voorts, dat de Fransoisen door verlies in de Ringau ende door verloopen soo sijn vermindert, dat quaelijck vijftich te paerd, driehondert te voet van drie regimenten resteren. 't Leger van den hertogh van Longueville met de Wimarschen is tot sevenduisent, hebben Oppenhem verlaeten. Seit, dat Creutznatz is becomen bij denselven hertogh van Longueville, meent oock Coblentz; Oppenheim verlaeten. Den hertogh van Lothringen heeft bij de Mosel vijftienhondert te paerd, drieduisent te voet, ging nae Tharbach. De coninginne van BehmenGa naar voetnoot2 heeft aen OhmGa naar voetnoot3 ende de Duitschen geschreven, dat haere soon in swaericheit is, omdat hij haer welvaeren heeft gesocht. La GrangeGa naar voetnoot4 hoopt gesonden te werden nae de vergadering te Noremberg. Den nuncius van de paus seit dat den paus middelen sal hebben om sich te vangeren, soo in als buiten dit rijck. | |
Adres: Mijnheer Mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant. In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot 1640. Van de Roomsche Catholycke in Nederlant. |
|