Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 10
(1976)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4097. 1639 mei 7. Aan Paltsgraaf Johann KasimirGa naar voetnoot1.Hoochgeboren Doorluchtige Fürst, Het is mij leedt, dat de occasiën bij mij niet en sijn soo groot geweest als wel de wille om dienst te doen aen mijnheer uwe Fürstelijcke Genades soonGa naar voetnoot2. Ick houde het voor een seer groote eere, dat een prince van soo groote qualiteiten mij heeft bemint, ende de geringe diensten, die ick heb connen doen, aengenaem gehouden. Sijne Fürstelijcke Genade is nu vertrocken nae Bourgogne, Lion, Genève, Basel ende Brisac, waertoe wij allegader, die hier sijn, sijne Fürstelijcke Genade goede reise hebben gewenscht ende noch wenschen bereidt sijnde en oock sijne Fürstelijcke Genade in sijne absentie soo veel te dienen als ons mogelijck sal sijn. Ick heb oock eenige brieven geschreven aen voortreffelijcke personen, soo te Genève als te Straesburg, opdat door haere hulp sijne Fürstelijcke Genade conne sien wat te sien is, ende leeren wat nut is geleert te werden nae sijne hooge qualiteit. Waerin ick vorder uwe ofte sijne Fürstelijcke Genade sal connen toonen mijn dienstebereid gemoet, sal sulcx aen mij niet laeten ontbreecken nochte oock om Godt te bidden, Hoochgeboren Doorluchtige Fürst, dat het hem gelieve uwe Fürstelijcke Genade ende sijn gantsch Fürstelijck huis altijd te bewaeren, te segenen ende te meerderen. Uwe Fürstelijcke Genade seer willige dienaer
| |
Tot Parijs, den 7 May nieuwes stijls 1639. | |
Adres: Doorluchtige Hoochgeboren Fürst Johan Casimir, Palsgraef bij den Rhijn, Hertogh in Beyeren, van Gülick, Cleve, Bergen etc. |