Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3858. 1638 november 21. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot9.Ik denk altemet of ik behoor myne papieren te overzien, en de Historie van NederlandtGa naar voetnoot10 na 't jaar MDCX te vervolgen. Maar vinde, dat my veel papieren ontbreken, die daar toe nodig zouden zyn, inzonderheit van MDCX tot MDCXIV en weder van MDCXVIII tot nu toe. Ik zie ook wel, dat de dank, die ik daar mede behalen zoude, niet groot zoude zyn, en dat myn arbeid tot de verbreiding van de eer van ZwedenGa naar voetnoot11 beter zal worden erkent. Ik zal evenwel gaarn UE. bedenkingen op alles verstaan. De Koning alhierGa naar voetnoot12 weet alle zyn geluk de Lieve Vrouwe dank, aan dewelke hy in Nostre Dame een altaar doet maken van vier hondert duizent gulden. |
|