Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3778. 1638 september 25. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijn Heer, Den gouverneur van Catelet die nu in handen is van de Fransoisen is genaemt Gabriel de las TorresGa naar voetnoot2. Van twee breschen die gemaect waeren hebben de Duitsche de eene geabandonneert het leven bedongen hebbende. De Spaigniaerden hebben d'andere, soo lang sij conden, gedefendeert ende sijn meest omgebracht. Die van Genua hebben haer met het laetste gevecht tusschen de Spaignaerden ende Fransoisen niet willen moeien, maer hebben retraicte gegeven in haer haven aen de Spaignaerden ende sorg gedragen voor de gequetsten. Den conincGa naar voetnoot3 is weder in een coortse gevallen. Men geeft de gemeente hoop van Fontarabie weder te belegeren, 'twelck moeite in sal hebben. Den hertogh van WymarGa naar voetnoot4 is sieck te Colmar, heeft weinigh volck ten aansien van den vijant die seer sterck werdt. Beijeren heeft geschut gesonden. Die van MentzGa naar voetnoot5 ende andere bisschoppen doen lichtingen Croaten ende dragons comen uit Bomen; oock vijftien hondert paerden ende ses duisent te voet, die men meende nae Italië te schicken, alwaer het oorlogh schijnt een einde te nemen, doordien de hertoginne van SavoyeGa naar voetnoot6 de neutraliteit soeckt, gaen nae die quartieren aen den Rijn, alwaer den hertogh van LotteringenGa naar voetnoot7 oock meent te comen. Doch den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot8 hebbende Chamnite ende Autre gedemanteleert ende al sijn volck bijeengetrocken soect sulcx te beletten. De Fransoisen, die in Picardië sijn, maecken haer gereedt om tegen den sesten october te gaen in haer winterlegers. Die hier gesonden isGa naar voetnoot9 om de vrijheit van den prince CasimirGa naar voetnoot10 vordert niet seer. De opinie van veelen is, dat de t'samenspraeck van den coninc van PolenGa naar voetnoot11 met den keiserGa naar voetnoot12 sal dienen om den coninc van Polen 't bestant met Swede te doen breecken. Wij verwachten hier wat cours de coninginne-moederGa naar voetnoot13 sal nemen; daer blijven, nae Engellant gaen, off hier comen. Tot Parijs, den 25 Sept. 1638.
Ick verstae den coninc door des cardinaelsGa naar voetnoot14 raedt aen de coninginne-moeder | |
200m guldens heeft gesonden. Evenwel heeft den ambassadeur van Vrancrijck, die in Hollant isGa naar voetnoot1, last haer niet te sien. Den coninck is te Chantilly weder ingevallen in de coorts, den cardinael bij S.t Quentin om 't verloop van de soldaten te beletten. | |
Adres (met andere hand): Mijn Heer Mijn Heer van Reigersbergen, raedt in den Hooghe Raede van Holland. In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 25 sept. 1638 wt Paris. |
|