Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 5
(1966)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2051. 1635 april 8. Van Jan de GrootGa naar voetnoot8.Seer lieve ende waerde zoon ende dochter de Groot, Wij wenschen allegader uwer E. met alle derzelver lyeve huysgesin ende alle de vrunden aldaer alle geluck, gesontheyt ende welvaeren, met een godtzalige Paesschen. Alzoe wij gewoon sijn Godt almachtich op dezen dach te dancken, dat Hij ons uwer L., zeer lyeve zoon, op den Heylighen Paesdach verleent heeft, zoo onderhouden wij alsnoch hetzelffde gebruyckGa naar voetnoot9 ende zetten aen een zijde de ongelucken ende swaricheden, dewelcke uwer L. ende ons daernae sijn overgecomen, ende | |
dencken, hadde het Godt almachtich goetgevonden uwer L. groot te maecken zonder tegenspoet, hij zoude hetzelffde wel gedaen hebben, maer onze zalicheyt heeft zonder twijffel zulx vereyst, ende daer staet geschreven, moste Christus niet lijden ende alzo in zijne [h]eerlickheyt ingaen?Ga naar voetnoot1 Hadde uwer L. alhyer bij ons gebleven ende die eere gehadt om vanwegen de geheele vereenichde Nederlanden gecommitteert te werden om als ambassadeur bij den eenen ofte andere gesonden te worden, moste niet een ander, dewelcke van de croon van Sweden gesonden waere, voor uwer L. hebben gegaen? Daerom dancken wij Godt almachtich met uwer L. ende zeggen uyt de grondt ons herten: ‘Heere, uwe wille geschyede opter aerde gelijck dezelve geschyet in den hemel’Ga naar voetnoot2, ende maecken ons alzoo den angelen gelijck, zelver oock in dit verlyes van uwer L. zoete wel beminde dochterGa naar voetnoot3, dewelcke ick niet en mach ontkennen, off ick hadde haer van herten lyeff, zonder dat ick met de waerheyt soude moghen zeggen, dat ick zoe lange tijdt zij bij ons heeft geweest, yetwes in haer hebbe gesyen, dat ons soude mishagen, ende daerom vertrouwe ick oock, dat Godt almachtich mede zijne lyeffde tot haer hyerinne heeft willen betoonen, dat zij vanhyer tijdelick is in de eeuwige vreuchde gehaelt, ende hem te aengenamer geweest, eer dat zij van zijne goede wille door de wereltlicke becooringen hadde affgeruckt connen werden. Daerentusschen wil ick mijn beste doen, dat onzen Diderick de GrootGa naar voetnoot4 het verlyes, dat uwer L. zoon ende dochter de Groot ende oock wij allegader aen haer hebben geleden met zijne goede voortgang in zijne voorgenomen zaecken, eenichsints zal versachten. Seer lyeve ende waerde zoon ende dochter de Groot, Godt almachtich wil uwer E. ende ons allen verleenen tgunt Hij weet, dat ons zalich is. Al uwer E. goetgunstige goede vader
| |
Metter haest tot Delfft opten Heyligen Paesdach 1635 st. novo. |
|