Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4
(1964)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermdBijlage no. 18
| |
voorsz. proceduren alrede bij de hand gen(omen off) noch te nemen waren dienende, ende deselve met alle bequamicheyt int werck te (stellen), oock malcanderen daerover te voorsien ende verseeckeren met alsulcke beloften van (hulp), bijstant ende indemniteyt als men bevinden soude nodich te sijn belovende tgundt bij (de) voorn. heeren gedeputeerden in 't gene voorsz. soude worden geadviseert, geresolveert ende (int) werck gestelt, voor goedt, vast ende van waerden te houden sonder daer iegens yet te do(en) off gedoogen gedaen te worden tot eenigen tijde, ende off het geviel, dat yemant van de voorsz. gedeputeerden ter saecke vandien off van de propositiën, remonstrantiën, advisen off resolutiën vanwege de voorsz. stadt ter voorsz. vergaderinge ingebracht bijwegen van feyten off rechten binnen off buyten den voorsz. lande tot eenigen tijde soude moge worden gemolesteert, geïnquieteert off beschadicht in lijff off goederen, staet off officiën, dat zij hetselve aen haer waren nemende ende tot haeren last van aff te weeren ende behoorlick te doen repareren ende vergoeden houdende 't selve in allen schijn off sulcx iegens den staet ende welvaren der voorsz. stede geschiet ware. Eyntelick is de voorsz. De Groot sijnde als voorsz. is gecommitteerde Raadt ende oock bij de voorsz. stadt ter vergaderinge van de heeren Staten van Hollant gehouden geduirende deselve vergaderinge op den XXIXen Augusti 1618 aldaer gedetineert geworden op den naem van de heeren Staten-Generael, twelck tot kennisse van de voorsz. heeren borgemeesteren, raaden ende vroetschappen gecomen sijnde hebben zijluyden tselve geïmprobeert ende soo in de voorsz. vergaderinge van de Staten van Hollant als van de Staten-Generael daerover geclaecht, waernae op den naem van de heeren Staten-Generael eenige rechtersGa naar voetnoot1 sijn(de) gestelt hebben deselve soo tegen den voorn. De Groot als eenige anderen geprocedeert (tot) sententie ende condemnatie van een ewige gevanckenisse, dewelcke oock op den XVI(II) Mey 1619 tegen hem gepronuntieert ende daernae oock ter executie is gestelt. Bij welcke sententie denselven De Groot te last werdt geleyt tgunt hij gedaen hadde bij laste, resolutie ende procuratie van de borgemeesteren, raaden ende vroetschappen voorn. mitsgaders het voltrecken van alsulcke commissiën als hem bij de voorsz. vergaderinge van Hollant met goedtvinden van de voorsz. gedeputeerden der voorsz. stede waren opgeleydt, gelijck blijcken kan eensdeels bij het resolutieboeck der stadt Rotterdam ende van de heeren Staten van Hollant, geconfereert bij de voorsz. sententie ende anderdeels bij verclaringen van persoonen noch in levenden lijve sijnde, die daerbij aen ende over sijn geweest. Een jaer daernae hebben de voorsz. rechters onder anderen iegens denselven De Groot sonder hem te hooren verclaert, dat deselve gecommitteert off begaen hadde gehadt crimen laesae maiestatis. De voorsz. De Groot in den jaere 1621 uyt de gevanckenis ontkomen ende in Vranckrijck gearriveert sijnde heeft aldaer in den jaere 1622 uytgegeven seeckere Verantwoordinge van de Resolutiën van de voorn. borgemeesteren, raden ende vroetschappen sijne committenten genomen ende ter vergaderinge ingebracht mitsgaders van sijne actiënGa naar voetnoot2, waerop gevolght is, dat tegen den voorn. De Groot ende den voorsz. sijne Verantwoordinge op den XXIIIIen Novembris 1622 op den | |
naem van de heeren Staten-Generael is gepubliceert seecker PlacaetGa naar voetnoot1, waerbij hij werdt verclaert strafbaer aen lijff ende goedt sonder dat de voorn. De Groot oyt daerover was geciteert, veel minder gehoort in sijne defensie. De vrage is nu, off de voorsz. burgemeesteren, raaden ende vroetschappen der stede Rotterdam vuyt cracht van het voorsz. contract ende procuratie niet en sijn gehouden den voorn. De Groot niettegenstaende de voorsz. sententie, verclaeringe ende placaet het volcomen effect van tvoorsz. contract te doen genieten ende dienvolgens hem niet alleen in hunnen voorsz. stadt te mainteneren ende te protegeren neffens andere inwoonderen ende borgeren, maar hem oock, voor soo veel in haer is, sijne vrijheydt tenminsten binnen de provintie van Hollant te procureren. Gesien de voorsz. casus positie ende gelet op de vragen daervuyt geproponeert Dunct (ons ... naede)maelGa naar voetnoot2 de voorsz. De Groot het borgerrecht der voorsz. stede Rotterdam uyt craghte van de voorsz. contracte heeft vercregen ende gepresupponeert sijnde, dat deselve noyt heeft verclaert hem in den dienst van de voorsz. stede niet langer te willen laten gebruycken, dat mitsdien burgemeesteren, raden ende vroetschappen der voorsz. stede nae rechten verbonden ende gehouden sijn aen denselven te presteren het innehouden van net voorsz. contract ende hem sulcx als een borger van Rotterdam binnen deselve haare stede te laten genieten alle alsulcke protectie ende maintienement als andere borgeren ende inwoonderen sijn genietende ende voor soo veel de borgeren van Rotterdam sijn ingesetenen van de provintie van Hollant denselven oock te procureren sijne vrijheydt door de voorsz. gehele provintie, alles voor soo veel eenichsins in haer vermogen sal sijn om hem alsoo alle generale ende particuliere privilegiën ende rechten den borgeren der voorsz. stede competerende, achtervolgende den voorsz. contracte te doen genieten, niet doende hiertegen de voorsz. sententie ende verclaeringe bij de voorsz. rechteren tegen den voorn. De Groot vuytgesproocken ende gedaen, dewijl gepresupponeert werdt, dat de feyten, waerop de voorsz. sententie is gefundeert, bestaen in het executeren van de last ende proponeren van de resolutiën der voorsz. stede mitsgaders het voltrecken van alsulcke commissiën als denselven in de voorsz. vergadering ten overstaen ende met goedtvinden van sijne mede-gedeputeerde sijn opgeleydt, alle welcke feyten mits de deputatie van de persoon van de voorsz. De Groot ter voorsz. vergaderinge ende de voorsz. procuratie neffens sijne voorsz. mede-gedeputeerden daertoe gepasseert, gehouden moeten worden te sijn de eygene feyten van de voorn. burgemeesteren, raaden ende vroetschappen ende moet zulcx hem, De Groot, daervan geïndemneert ende tot laste van de voorn. stadt genomen ende affgeweert worden tgund ter saecke voorsz. bij wegen van rechten binnen slands tegen sijn persoon ende goederen bij de voorsz. sententie ende verclaeringe is gestatueert, gelijck hetzelve bij sententie van de Hove van Hollant ende Hooghe Raade is verstaen in de saecke van Jan Pieterss. DoesGa naar voetnoot3 | |
[pagina 527]
| |
burgemeester der stede Abbekerck cum sociis, imp .... en in cas van indemniteyt op ende iegens eenige vroetschappen der voorsz. stede sijne mede-committenten gedaechden in 'tselve cas, ende moet hetgund voorsz. oock geëxtendeert worden tot het Plaecaet tegen den voorn. De Groot ende sijne Verantwoordinge gepubliceer(t) als sijnde deselve sijne Verantwoordinge niet anders als een justificatie ende sulcx een gevolch ende aencleven van de voorsz. last ende resolutie van de voorn. burgemeesteren, raaden ende vroetschappen ende mitsdien mede begrepen onder de poincten, waervan de voorsz. De Gr(oot) volgens de voorsz. procuratie vanwegen de voorsz. stede moet geïndemneert wo(rden). Aldus geadviseert bijde ende geschreven in S'gravenhage desen XXVIIIen novembris 1631. Was ondert. A. Goes, Q. van Strijen, N. van Sorgen. | |
In dorso: ..... de Groot ..... anno 1631. Met andere hand: 1631. Extracten uit het vroetschapsboek van Rotterdam. |
|