Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4
(1964)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1700. [1631] november 28. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot10.Mon frère, GallusGa naar voetnoot11 doet nae der princen manier. | |
Ick en weet niet, wat consent Gallus verstaet, om overal te mogen gaen off alleen om te vertrecken. Voor het leste wil ick hem niet sijn geobligeert. 't Eerste, als het soude sijn bij maniere van abolitie off diergelijcke - gelijck mij dunct de saecke daerop aengeleit te werden ende alle dese tintamare nergens anders toe te dienen - begeer ick niet. Alle retraicte, die ick soude mogen doen, sal de vrunden descourageren. ChristiaenGa naar voetnoot2 dien ick van mij niet te laeten gaen, alsoo hij mij wel waerneemt ende een deel is van mijne securiteit. Tot instellinge van brieven can ick niet resolveren sonder de saecke beter ende naerder te verstaen. Ick danck uE. van de sorge. Den 28 November. UE. dienstwillige broeder
| |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raidt in den Hoogen Raide in Hollant in 's Gravenhage.
broeder de Groot den XXVIII Nov. tot Rotterdam. Gallus doet naer de princen maniere. Retraite soude de vrienden decourageren. Dient Christiaen niet missen. |
|