Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4
(1964)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1683. 1631 oktober 5. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijn heere, De particulariteyten van de groote voorspoet, dye Godt de onsen heeft verleentGa naar voetnoot2, werdt bij mij niet verswegen ende is hyer aengenaem, zijnde de saecken van deghenen, dye hyer regieren, soo gelegen, dat deselve gestijft werden door de successen van den coning van SwedeGa naar voetnoot3 ende van den prins van Orangie, hoewel hyer op haer beyde hyer sulcken consideratie niet en werdt genomen als haere meryten vereyschen. De resolutie, dye den churfurst van SaxenGa naar voetnoot4 sal nemen ende de erste successen tusschen denselve, geassisteert met de Sweedsche ruyterye, ende TillyGa naar voetnoot5, sal van groote importantie zijn voor de saecken van Duytschlant. De heren van Amsterdam, soo zij niet met constantie het effect van haere resolutiën en becomen, hadden beter gedaen dye coorde niet te roeren. 't Is quaedt te doen, gelijck de Maertsche son humeuren te voeren ende niet te loosen. Hyer hebben wij geruchten van oorlogh ende discoursen van vrede. 's Conincx broederGa naar voetnoot6 heeft niet veel volcx, men seyt van 800 paerden ende ses duysent te voet. 't Schijnt den hertogh van LorraineGa naar voetnoot7 sich hyer niet en derft vertrouwen, maer evenwel groote hoope geeft tot accommodatie. Den coning gaet nae dye frontiere toe, dan men seyt hij weder hyer comt off te Fontainebleau den tyende. Mantue is gerestitueert ende Pignerol blijft tot noch toe in handen van Vrancrijck door een secreet accord, soo men seyt, gemaeckt tusschen Vrancrijck ende Savoye, doen Savoye sooveel uyt het Montferrat is toegestaen tot schade van den hertogh van MantueGa naar voetnoot8. Dat is recht fraus innoxa clienti. De advysen uyt Spaignie vermelden, dat den coningGa naar voetnoot9 soutgelt eysch, oock van de geestelijcken met advys van de inquisitie van sulcx te mogen doen, oock sonder des pausGa naar voetnoot10 permissie, ende dat twee canonicken haer daertegen stellende zijn gevangen. Ick bid om mijne gebyedenisse. Den Ven Octobris XVIcXXXI. | |
Adres: A Monsieur Monsieur Reigersberg conseiller à la Cour de Parlement à la Haie. In dorso schreef Reigersberch: broeder de Groot, den V octob. 1631 Mantua is gerestitueert ende Pignerol blijft in handen van den coninck bij een secreet accoort. |
|