Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2
(1936)–Hugo de Groot– Auteursrecht onbekend893. 1624 Maart 29. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mon frère. Ick heb op U.E. redenen soo voor desen als nu wederom gemoveert wel gelet, blyve by myne opinie daerin de uwe conform, dat ick niet doen en wil tegen mijn gevoelen in het stuck van de Religie noch tegen den staet van 't Landt. Maer U.E. sal oock gelieven nevens de andere vrunden te considereren wat ick mijn huysvrouwe ende kinderen schuldigh ben. Myne goeden zijn geconfisqueert, de kinderen worden groot, myne beste jaeren verloopen vast. Ick heb twee jaeren ende halff met gevanckenisse, by de drye jaeren hyer genoech met ledigh sitten verloren. Yet te winnen dat mijn huysgesin soude connen helpen is niet doenlick sonder dienst te doen. Die wat geeft wil wat daervoor hebben: die zijn nering souckt te beteren doet niemant onrecht. Indyen dan daeruyt evenwel door reflexie 't vaderlant - 'twelck ick niet en sal laeten te beminnen - eenige afbreuck lijdt, alle verstandigen sullen oordeelen dat sulcx niet my, maer dien is te wyten, die my voor myne oprechte diensten aen het Landt soo quaelick hebben getracteert. Ick hoope dat de vrunden myne redenen wel overwegende sullen vinden dat ick van verscheyde conditiën, dye my aengeboden werden, gelijck U.E. bekent is, de beste aenneme. Men is hyer op verwacht, soo van tydingen uyt Engelant als van de openinge die onse AmbassadeursGa naar voetnoot2 sullen doen. God geve dat het een en het ander afloope tot ons Lands voordeel 't welck wel vrunden van doen heeft. De Coning met de principalen van den Raed is te Compiègne, alwaer hy, soo men meent, het meeste deel van den somer sal blyven. De Coninginne-moeder is noch hyer maer, soo men meent, sal volgen nae Paesschen. Hyer is een courier gepasseert, comende van Rome nae Engelant, die men meent dat eenige voorslagen brenght om het huwelick met Spaignie te faciliteren. Myne gebiedenisse aen alle bekenden. Den XXIX Maert XVIcXXIIII tot Parys. U.E. dienstwillige broeder
| |
Adres: Erntfeste hoochgeleerde heer Mr. Nicolaes Reigersberg advocaet voor den Hove van Holland. In dorso schreef Reigersberch: br. de Groot tot Paris, den 29 Mart. 1624. Schijnt te inclineren om van veel voorgeslagen conditiën een te kiesen. |