Voorbericht
Het gebied van De Vijfheerenlanden, waartoe in dit deel der Geïllustreerde Beschrijving ook de stadjes Asperen en Heukelum en Spijk ten zuiden van de Linge gerekend worden, is tot op heden nauwelijks onderwerp van diepgaande studie geweest, noch in historisch-geografische, noch in architectuurhistorische zin. Dat is bij nader beschouwing des te opmerkelijker, aangezien de daar gelegen dorpen toch een ontstaansdatum in de 12de en 13de eeuw hebben. De steden hadden in de 14de eeuw alle reeds hun stedelijke rechten. Bovendien zijn de middeleeuwse ontginningspatronen, ondanks een relatieve verdichting van de bebouwing, vrijwel overal nog herkenbaar aanwezig.
Het is daarom des te verheugender dat met de verschijning van het 30ste deel in de serie de Geïllustreerde Beschrijving van de Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst dit landelijke gebied onder de loep is genomen. Bij het beschrijven van de Nederlandse monumenten werd in het verleden vooral de nadruk gelegd op het belangrijke, het zeldzame, het zeer oude of het unieke monument, terwijl de ‘gewone’ boerderij, het stadse woonhuis, de exponenten van industriële archeologie of het zogenoemde straatmeubilair in feite niet of marginaal aan bod kwamen, hoewel juist zij bepalend waren en zijn voor het Nederlandse historisch cultuurlandschap. Zo de kleinere monumenten al beschreven werden, beperkte die beschrijving zich doorgaans tot het exterieur.
Met de in 1983 herziene Leidraad voor de Geïllustreerde Beschrijving werd een nieuwe opzet vastgelegd: de beschrijving van de monumenten wordt gegeven aan de hand van enige zorgvuldig gekozen en onderzochte gebouwen, die beschouwd kunnen worden als de meest kenmerkende voorbeelden van het betreffende type of de groep, die zij vertegenwoordigen. Een gevolg hiervan is, dat de analyse van de historische bebouwing in een gebied, de ontwikkelingsgeschiedenis in architectuur- en bouwhistorisch opzicht van de gebouwen prevaleert boven de beschrijving van de afzonderlijke monumenten, die overigens niet werd losgelaten, onontbeerlijk als zij is als onderbouwing van de eerder genoemde analyse. Op deze plaats past een dankbetuiging aan de Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving, die met haar adviezen een daadwerkelijke inbreng heeft gehad in de totstandkoming van deze Beschrijving in de nieuwe opzet.
Met deze opzet, die bij de Geïllustreerde Beschrijving van Utrecht, de huizen binnen de singels, al eerder is toegepast, is De Vijfheerenlanden in woord en beeld gebracht. Gezien de aard en samenstelling van het gebied is het niet verwonderlijk, dat de meeste nadruk is komen te liggen op de waterhuishouding en de agrarische bebouwing.