Het nieuwe Hoornse speel-werck(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Keysers Graf-steen. WAnneer de Turckse Vorst gekroont wordt, hoort men weenen, Dan komt 'er een met Steenen: En vraeght hem van wat slach Hy graegh sijn Graf-steen sach; Op dat hy soud gedencken, Dat hem de doodt sal krencken. Stemme: O schoon Cariclea, &c. TReet aen sorg'loose mensch, Die steets in weeldens stroomen baed, Die 't hier op Aerd' naer wensch, Na sin, en wil, en eygen lusten gaet, Die noch ramp noch kommer weet, Uw tijdt in ydelheyt besteet. [pagina 425] [p. 425] 2[regelnummer] Treet aen, en siet uw Vorst Om uwent wil geslagen en bespot, Bespogen en bemorst, Dees' straffen waren uw een seecker lot, Indien hy door sijn goedigheyt Voor u die niet had afgeleyt. 3[regelnummer] Leght al uw boosheyt af, Uw handen heft ten Hemel, geeft hem danck, Die u dus vrijt van straf: Roemt dese weldaedt al u leven lanck, Op dat ghy met hem namaels mooght In 't Rijck sijn 's Vaders zijn verhooght. Stemme: Ay schoone Nymph, &c. GHy jonge Jeught, Die 't eelste van u leven, Op 's werelts Altaer brenght, En u verheught In 't geen ghy most begeven, Komt herwaerts en besprenght U met het bloedt van Jesus diepe wonden, Die hier als een onnoosel Lam Onschuldigh, aen des Kruyçes stam, Lijdt voor uw sonden. 2[regelnummer] Hy is die geen, Die u bevrijdt van sterven, Terwijl hy voor u sterft, By hem alleen Is 't beste lot te erven, Dat niemandt en beërft, Ten zy hy hem bemint met hert en ziele; Geeft hem u hert en ziele dan, Genaeckt sijn Kruyçe ey treed an, Wilt neder knielen. [pagina 426] [p. 426] 3[regelnummer] Treet toe, eer hy Uw boom met tack en wortel, Ten buyt geeft aen de vlam, Maeckt u doch vry Van d' Aerde, en vermortel Die oud' en quade stam, Haer schijn is valsch, en flickert in de oogen, Want die die mint, bevindt in 't end Sich selfs vol rampspoet en ellend, Ja gantsch bedrogen. Vorige Volgende